Thomas I van Coucy: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
4 (onbereikbare) link(s) aangepast en 0 gemarkeerd als onbereikbaar) #IABot (v2.0.9.5 |
||
(6 tussenliggende versies door 4 gebruikers niet weergegeven) | |||
Regel 15: | Regel 15: | ||
}} |
}} |
||
'''Thomas I de Coucy''' (1078-1130) was de zoon van [[Engelram I van Coucy]] en diens eerste, later verstoten vrouw Adèle van Marle. |
'''Thomas I de Coucy''' (1078-1130) was de zoon van [[Engelram I van Coucy]] en diens eerste, later verstoten vrouw Adèle van Marle. |
||
De huwelijksperikelen van de ouders, door abt Guibert van Nogent in zijn bekentenissen uitgebreid beschreven, hebben vermoedelijk een grote, en nefaste, invloed op de zoon gehad. Engelram twijfelde openlijk aan zijn vaderschap en Thomas haatte zijn vader.<br /> |
De huwelijksperikelen van de ouders, door abt [[Guibert van Nogent]] in zijn bekentenissen uitgebreid beschreven, hebben vermoedelijk een grote, en nefaste, invloed op de zoon gehad. Engelram twijfelde openlijk aan zijn vaderschap en Thomas haatte zijn vader.<br /> |
||
Thomas was, zo schrijft abt [[Suger van St. Denis|Suger]] van [[Saint-Denisbasiliek|Saint-Denis]], als "een razende wolf".Hij nam aan de zijde van de graaf van Namen, de bedrogen echtgenoot van de tweede vrouw van zijn eigen vader, deel aan een vernietigende oorlog tussen de feodale heren van Namen en Coucy.<br /> |
Thomas was, zo schrijft abt [[Suger van St. Denis|Suger]] van [[Saint-Denisbasiliek|Saint-Denis]], als "een razende wolf". Hij nam aan de zijde van de [[graaf van Namen]], de bedrogen echtgenoot van de tweede vrouw van zijn eigen vader, deel aan een vernietigende oorlog tussen de [[feodaliteit|feodale heren]] van Namen en Coucy.<br /> |
||
Omdat de in sterke kastelen verblijvende heren elkaar niet konden treffen werd de oorlog tegen de boerenbevolking gevoerd; [[brandschatting|brandschatten]], plunderen, het afhakken van de voeten van lijfeigenen, het uitsteken van hun ogen en het vernielen van molens en wijngaarden behoorden tot de methoden waarmee de ridders elkaar bevochten. |
Omdat de in sterke kastelen verblijvende heren elkaar niet konden treffen werd de oorlog tegen de boerenbevolking gevoerd; [[brandschatting|brandschatten]], plunderen, het afhakken van de voeten van lijfeigenen, het uitsteken van hun ogen en het vernielen van molens en wijngaarden behoorden tot de methoden waarmee de ridders elkaar bevochten. |
||
De burgerbevolking was zozeer getroffen dat de gevolgen een generatie later nog merkbaar waren.<br /> |
De burgerbevolking was zozeer getroffen dat de gevolgen een generatie later nog merkbaar waren.<br /> |
||
In 1095 trokken vader en zoon Coucy beiden naar Jeruzalem op de eerste kruistocht. Hun wederzijdse haat was bij terugkomst nog onverminderd |
In 1095 trokken vader en zoon Coucy beiden naar Jeruzalem op de eerste kruistocht. Hun wederzijdse haat was bij terugkomst nog onverminderd en misschien was de [[kruistocht]] een middel geweest om de verwoestende agressie van de ridderstand te kanaliseren en te gebruiken in de strijd tegen de oprukkende [[islam]].<br /> |
||
Thomas erfde van zijn moeder de domeinen van Marle en La Fère en voegde deze in 1116 bij de dood van zijn vader samen met het domein van Coucy. |
Thomas erfde van zijn moeder de domeinen van [[Marle (Frankrijk)|Marle]] en [[La Fère]] en voegde deze in 1116 bij de dood van zijn vader samen met het domein van Coucy. |
||
De regering van Thomas werd gekenmerkt door geweld, sadisme en bandeloosheid. Vanuit kastelen die, nog steeds volgens Suger, "nesten voor draken en holen voor dieven waren" overviel Thomas de bezittingen van de koning, de kerk en zijn buren. De daarbij gevangengenomen mannen werden aan hun testikels opgehangen en bij een gelegenheid sneed Thomas zelf dertig mannen de keel door. Abt Guibert van Nogent noemde hem de "slechtste man van zijn generatie" en pas na gewapend ingrijpen van koning [[Lodewijk VI van Frankrijk]] en [[excommunicatie]] door de kerk werd Thomas ertoe bewogen om enkele geroofde kastelen en landgoederen weer af te staan.<br /> |
De regering van Thomas werd gekenmerkt door geweld, sadisme en bandeloosheid. Vanuit kastelen die, nog steeds volgens Suger, "nesten voor draken en holen voor dieven waren" overviel Thomas de bezittingen van de koning, de kerk en zijn buren. De daarbij gevangengenomen mannen werden aan hun testikels opgehangen en bij een gelegenheid sneed Thomas zelf dertig mannen de keel door. Abt Guibert van Nogent noemde hem de "slechtste man van zijn generatie" en pas na gewapend ingrijpen van koning [[Lodewijk VI van Frankrijk]] en [[excommunicatie]] door de kerk werd Thomas ertoe bewogen om enkele geroofde kastelen en landgoederen weer af te staan.<br /> |
||
Zoals in de middeleeuwen gebruikelijk heeft Thomas op zijn sterfbed grote legaten aan de kerk gedaan in de hoop en verwachting dat hij daarmee een plek in de hemel kon kopen.De [[abdij |
Zoals in de middeleeuwen gebruikelijk heeft Thomas op zijn sterfbed grote legaten aan de kerk gedaan in de hoop en verwachting dat hij daarmee een plek in de hemel kon kopen.De [[abdij van Nogent]] kreeg een groot legaat en in [[Prémontré]] werd een nieuwe abdij gesticht. |
||
[[File:Coucy. |
[[File:Blason Coucy-le-Chateau.svg|right|100px|Wapen van de heren van Coucy]] |
||
De bij [[Engelram I van Coucy]] beschreven heldendaad in het Heilige land waaraan de heren van Coucy hun wapen ontleenden kan zowel aan vader als zoon Coucy worden toegeschreven. |
De bij [[Engelram I van Coucy]] beschreven heldendaad in het Heilige land waaraan de heren van Coucy hun wapen ontleenden kan zowel aan vader als zoon Coucy worden toegeschreven. |
||
Regel 32: | Regel 32: | ||
==Bronnen op het internet== |
==Bronnen op het internet== |
||
* [http://www.fordham.edu/halsall/basis/guibert-vita.html ''Memoirs''] and [http://www.fordham.edu/halsall/source/nogent-auto.html ''Guibert de Nogent: autobiography''] from the [http://www.fordham.edu/halsall/sbook.asp Internet Medieval Sourcebook]. English translation by C.C. Swinton Bland of ''The Autobiography of Guibert, Abbot of Nogent-sous-Coucy'' (London: George Routledge: New York: E.P. Dutton, 1925) |
* {{en}}[https://web.archive.org/web/20140814173359/http://www.fordham.edu/halsall/basis/guibert-vita.html ''Memoirs''] and [https://web.archive.org/web/20140814182334/http://www.fordham.edu/halsall/source/nogent-auto.html ''Guibert de Nogent: autobiography''] from the [http://www.fordham.edu/halsall/sbook.asp Internet Medieval Sourcebook]. English translation by C.C. Swinton Bland of ''The Autobiography of Guibert, Abbot of Nogent-sous-Coucy'' (London: George Routledge: New York: E.P. Dutton, 1925) |
||
* |
*{{en}}[https://web.archive.org/web/20141113100703/http://www.fordham.edu/halsall/source/guibert-laon.html ''The Revolt in Laon''] from the Internet Medieval Sourcebook. |
||
* |
*{{en}}[https://web.archive.org/web/20140814175950/http://www.fordham.edu/halsall/source/guibert-cde.html ''On the First Crusade''], includes Guibert's version of Pope Urbans speech and impressions of Peter the Hermit. |
||
* |
*{{en}}http://www.gutenberg.org/etext/4370 ''The Deeds of God through the Franks], e-text from [[Project Gutenburg]]. Translated by Robert Levine 1997. |
||
==gedrukte bronnen== |
==gedrukte bronnen== |
||
Regel 50: | Regel 50: | ||
[[Categorie:Graaf van Amiens]] |
[[Categorie:Graaf van Amiens]] |
||
[[Categorie:Huis Coucy]] |
[[Categorie:Huis Coucy]] |
||
[[Categorie:Persoon in de 11e eeuw]] |
|||
[[Categorie:Persoon in de 12e eeuw]] |
Huidige versie van 5 dec 2023 om 13:13
Thomas I van Coucy | ||
---|---|---|
1078 -1130 | ||
Heer van Coucy | ||
Periode | 1116-1130 | |
Voorganger | Engelram I | |
Opvolger | Engelram II | |
Graaf van Amiens | ||
Periode | 1116-1130 | |
Voorganger | Engelram | |
Opvolger | Robrecht | |
Vader | Engelram I van Coucy | |
Moeder | Adela van Marle |
Thomas I de Coucy (1078-1130) was de zoon van Engelram I van Coucy en diens eerste, later verstoten vrouw Adèle van Marle.
De huwelijksperikelen van de ouders, door abt Guibert van Nogent in zijn bekentenissen uitgebreid beschreven, hebben vermoedelijk een grote, en nefaste, invloed op de zoon gehad. Engelram twijfelde openlijk aan zijn vaderschap en Thomas haatte zijn vader.
Thomas was, zo schrijft abt Suger van Saint-Denis, als "een razende wolf". Hij nam aan de zijde van de graaf van Namen, de bedrogen echtgenoot van de tweede vrouw van zijn eigen vader, deel aan een vernietigende oorlog tussen de feodale heren van Namen en Coucy.
Omdat de in sterke kastelen verblijvende heren elkaar niet konden treffen werd de oorlog tegen de boerenbevolking gevoerd; brandschatten, plunderen, het afhakken van de voeten van lijfeigenen, het uitsteken van hun ogen en het vernielen van molens en wijngaarden behoorden tot de methoden waarmee de ridders elkaar bevochten.
De burgerbevolking was zozeer getroffen dat de gevolgen een generatie later nog merkbaar waren.
In 1095 trokken vader en zoon Coucy beiden naar Jeruzalem op de eerste kruistocht. Hun wederzijdse haat was bij terugkomst nog onverminderd en misschien was de kruistocht een middel geweest om de verwoestende agressie van de ridderstand te kanaliseren en te gebruiken in de strijd tegen de oprukkende islam.
Thomas erfde van zijn moeder de domeinen van Marle en La Fère en voegde deze in 1116 bij de dood van zijn vader samen met het domein van Coucy.
De regering van Thomas werd gekenmerkt door geweld, sadisme en bandeloosheid. Vanuit kastelen die, nog steeds volgens Suger, "nesten voor draken en holen voor dieven waren" overviel Thomas de bezittingen van de koning, de kerk en zijn buren. De daarbij gevangengenomen mannen werden aan hun testikels opgehangen en bij een gelegenheid sneed Thomas zelf dertig mannen de keel door. Abt Guibert van Nogent noemde hem de "slechtste man van zijn generatie" en pas na gewapend ingrijpen van koning Lodewijk VI van Frankrijk en excommunicatie door de kerk werd Thomas ertoe bewogen om enkele geroofde kastelen en landgoederen weer af te staan.
Zoals in de middeleeuwen gebruikelijk heeft Thomas op zijn sterfbed grote legaten aan de kerk gedaan in de hoop en verwachting dat hij daarmee een plek in de hemel kon kopen.De abdij van Nogent kreeg een groot legaat en in Prémontré werd een nieuwe abdij gesticht.
De bij Engelram I van Coucy beschreven heldendaad in het Heilige land waaraan de heren van Coucy hun wapen ontleenden kan zowel aan vader als zoon Coucy worden toegeschreven.
Thomas was driemaal getrouwd en werd in Coucy opgevolgd door zijn zoon Engelram II en in Amiens door zijn zoon Robrecht.
Zie: Heren van Coucy
Bronnen op het internet
[bewerken | brontekst bewerken]- (en) Memoirs and Guibert de Nogent: autobiography from the Internet Medieval Sourcebook. English translation by C.C. Swinton Bland of The Autobiography of Guibert, Abbot of Nogent-sous-Coucy (London: George Routledge: New York: E.P. Dutton, 1925)
- (en) The Revolt in Laon from the Internet Medieval Sourcebook.
- (en) On the First Crusade, includes Guibert's version of Pope Urbans speech and impressions of Peter the Hermit.
- (en) http://www.gutenberg.org/etext/4370 The Deeds of God through the Franks], e-text from Project Gutenburg. Translated by Robert Levine 1997.
gedrukte bronnen
[bewerken | brontekst bewerken]- Barbara Tuchman: "De waanzinnige veertiende eeuw"". Amsterdam 1992
- Guibert de Nogent : «De vita sua sive monodiarum suarum libri tres» (autobiographie) 1155
- André Duchessne « Histoire généalogique des maisons de Guines, d’Ardes de Gand et de Coucy» Paris 1631
- Dom Michel Toussaints Chrétien Duplessis « Histoire de la ville et dese seigneurs de Coucy « Paris 1728
- Paul J. Archambault (1995). A Monk's Confession: The Memoirs of Guibert of Nogent. ISBN 0-271-01481-4
- John Benton, ed. (1970). Self and Society in Medieval France: The Memoirs of Abbot Guibert of Nogent. A revised edition of the 1925 C.C. Swinton Bland edition, includes introduction and latest research. ISBN 0-8020-6550-3 (1984 reprint, University of Toronto Press).
- Robert Levine (1997). The Deeds of God through the Franks : A Translation of Guibert de Nogent's `Gesta Dei per Francos' . ISBN 0-85115-693-2