Naar inhoud springen

Kroosvlindertje: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
opmaak, links, hoofdletters
Wikiwernerbot (overleg | bijdragen)
k Botverzoeken: toevoegen archieflinks en vervangen http:// door https://
 
(4 tussenliggende versies door 4 gebruikers niet weergegeven)
Regel 2: Regel 2:
| naam = Kroosvlindertje
| naam = Kroosvlindertje
| afbeelding = Cataclysta.lemnata.mounted.jpg
| afbeelding = Cataclysta.lemnata.mounted.jpg
| afbeeldingtekst = Kroosvlindertje (''Cataclysta lemnata'')
| afbeeldingtekst =
| familie = [[Grasmotten|Crambidae]] (Grasmotten)
| familie = [[Grasmotten|Crambidae]] (Grasmotten)
| onderfamilie = [[Acentropinae]]
| geslacht = ''[[Cataclysta]]''
| geslacht = ''[[Cataclysta]]''
| w-naam = ''Cataclysta lemnata''
| w-naam = ''Cataclysta lemnata''
| auteur = [[Carolus Linnaeus|Linnaeus]]
| auteur = [[Carl Linnaeus|Linnaeus]]
| datum = 1758
| datum = 1758
| commons = Category:Cataclysta lemnata
}}
}}
Het '''kroosvlindertje''' (''Cataclysta lemnata'') is een [[Vlinders|vlinder]] uit de familie [[grasmotten]] (Crambidae). De [[Spanwijdte (vlucht)|spanwijdte]] van de vlinder bedraagt tussen de 18 en 24 millimeter. Vooral de achtervleugel van deze vlinder is opvallend, met een rij van zwarte stippen (komt over als een lijn) met blauw hart. De voorvleugels zijn verschillend, een vorm van [[seksuele dimorfie]]: bij de vrouwtjes is er een goudbruine tekening, bij de mannetjes zijn de voorvleugels grotendeels wit.
Het '''kroosvlindertje''' (''Cataclysta lemnata'') is een [[Vlinders|vlinder]] uit de familie van de [[grasmotten]] (Crambidae). De [[Spanwijdte (vlucht)|spanwijdte]] van de vlinder bedraagt tussen de 18 en 24 millimeter. Vooral de achtervleugel van deze vlinder is opvallend, met een rij van zwarte stippen (komt over als een lijn) met blauw hart. De voorvleugels zijn verschillend, een vorm van [[seksuele dimorfie]]: bij de vrouwtjes is er een goudbruine tekening, bij de mannetjes zijn de voorvleugels grotendeels wit.


== Waardplant ==
== Waardplant ==
Regel 19: Regel 19:


== Kenmerken ==
== Kenmerken ==

De soort is nogal variabel. Bij de mannetjes kunnen de voorvleugels meer of minder bruin gekleurd zijn. Bij de vrouwtjes komen exemplaren voor met donkerbruine voorvleugels (forma confirmata Krulikovsky). De rand van het antemediale gebied is breder en op de achtervleugels intenser geel gekleurd. Dit is geen ondersoort, maar een ecologische vorm, die ontstaat door bijzondere omstandigheden tijdens de ontwikkeling van de pre-imaginale stadia ([[Eutrofiëring|geëutrofieerd]] water met laag zuurstofgehalte).<ref name="MLE4">{{en}} {{aut|Barry Goater, Matthias Nuss, Wolfgang Speidel}}, ''Pyraloidea I (Crambidae, Acentropinae, Evergestinae, Heliothelinae, Schoenobiinae, Scopariinae)''. In: {{aut|P. Huemer, O. Karsholt, L. Lyneborg (Eds.)}}, ''Microlepidoptera of Europe'', 1st Ed., Vol. 4 (Apollo Books, Stenstrup, 2005), {{ISBN|87-88757-33-1}}, p. 53</ref>
De soort is nogal variabel. Bij de mannetjes kunnen de voorvleugels meer of minder bruin gekleurd zijn. Bij de vrouwtjes komen exemplaren voor met donkerbruine voorvleugels (forma confirmata Krulikovsky). De rand van het antemediale gebied is breder en op de achtervleugels intenser geel gekleurd. Dit is geen ondersoort, maar een ecologische vorm, die ontstaat door bijzondere omstandigheden tijdens de ontwikkeling van de pre-imaginale stadia ([[Eutrofiëring|geëutrofieerd]] water met laag zuurstofgehalte).<ref name="MLE4">{{en}} {{aut|Barry Goater, Matthias Nuss, Wolfgang Speidel}}, ''Pyraloidea I (Crambidae, Acentropinae, Evergestinae, Heliothelinae, Schoenobiinae, Scopariinae)''. In: {{aut|P. Huemer, O. Karsholt, L. Lyneborg (Eds.)}}, ''Microlepidoptera of Europe'', 1st Ed., Vol. 4 (Apollo Books, Stenstrup, 2005), {{ISBN|87-88757-33-1}}, p. 53</ref>


[[Bestand:Cataclysta lemnata (Small China-mark), Elst (Gld), the Netherlands.jpg|rechts|miniatuur|''Cataclysta lemnata'' (Kroosvlindertje), Elst (Gld), Nederland]]
[[Bestand:Cataclysta lemnata (Small China-mark), Elst (Gld), the Netherlands.jpg|rechts|miniatuur|Kroosvlindertjein Elst (Nederland)]]


De [[rups]]en hebben geen [[Trachee (insecten)|tracheale]] kieuwen. De volwassen rupsen zijn grijs en hebben een lichtbruine kop. Het thorakale schild is zwartachtig en heeft een caudale verdikking. De rechthoekige anale plaat is klein en grijs. De pop is bruin, de romp is korter dan het eerste paar poten. De tweede en derde potenparen zijn langer dan de vleugels.<ref name="MLE4"/> Het ei is zeer vlak en bijna schaalachtig. Het is ovaal en heeft een geelachtige kleur.<ref name="MLE4"/>
De [[rups]]en hebben geen [[Trachee (insecten)|tracheale]] kieuwen. De volwassen rupsen zijn grijs en hebben een lichtbruine kop. Het thorakale schild is zwartachtig en heeft een caudale verdikking. De rechthoekige anale plaat is klein en grijs. De pop is bruin, de romp is korter dan het eerste paar poten. De tweede en derde potenparen zijn langer dan de vleugels.<ref name="MLE4"/> Het ei is zeer vlak en bijna schaalachtig. Het is ovaal en heeft een geelachtige kleur.<ref name="MLE4"/>


== Verspreiding ==
== Verspreiding ==

De soort komt voor van [[Spanje]] in het westen tot [[Rusland (hoofdbetekenis)|Rusland]] in het oosten (tot ongeveer 60 graden oosterlengte). In het noorden reikt zijn leefgebied tot de [[Britse Eilanden]], inclusief [[Ierland (eiland)|Ierland]], Zuid-[[Noorwegen]], centraal [[Zweden]] en [[Finland]]. In het zuiden reikt het tot [[Corsica (hoofdbetekenis)|Corsica]], [[Sicilië]] en de [[Peloponnesos]], naar [[Azerbeidzjan]] (Lenkoran), [[Turkije]], [[Iran]], [[Libanon (hoofdbetekenis)|Libanon]] en [[Marokko (hoofdbetekenis)|Marokko]].<ref name="MLE4"/>
De soort komt voor van [[Spanje]] in het westen tot [[Rusland (hoofdbetekenis)|Rusland]] in het oosten (tot ongeveer 60 graden oosterlengte). In het noorden reikt zijn leefgebied tot de [[Britse Eilanden]], inclusief [[Ierland (eiland)|Ierland]], Zuid-[[Noorwegen]], centraal [[Zweden]] en [[Finland]]. In het zuiden reikt het tot [[Corsica (hoofdbetekenis)|Corsica]], [[Sicilië]] en de [[Peloponnesos]], naar [[Azerbeidzjan]] (Lenkoran), [[Turkije]], [[Iran]], [[Libanon (hoofdbetekenis)|Libanon]] en [[Marokko (hoofdbetekenis)|Marokko]].<ref name="MLE4"/>


== Biologie ==
== Biologie ==
De vrouwtjes bevestigen de eieren in rijen of lagen onder het blad van de voedselplanten. Het eistadium duurt ongeveer tien tot veertien dagen. De jonge rupsen hebben een zwarte kop en zijn waterlievend. Ze maken een huisje bestaande uit twee ovale bladdelen, waarin zij zich ook voortbewegen. Ze worden ook gevonden in uitgeholde bladstelen aan het wateroppervlak. In het tweede stadium zijn de rupsen watermijdend en steeds bedekt met een dunne luchtlaag. Het huisje van blad is dan gevuld met lucht. Ze kunnen ook korte afstanden afleggen buiten het water. De grotere rupsen van de eerste generatie overwinteren in rietstengels, kleinere rupsen in hun bladhuisje.<ref name="MLE4"/><ref name="Schütze">{{de}} {{aut|Karl Traugott Schütze}}, ''Die Biologie der Kleinschmetterlinge unter besonderer Berücksichtigung ihrer Nährpflanzen und Erscheinungszeiten. Handbuch der Microlepidopteren. Raupenkalender geordnet nach der Illustrierten deutschen Flora von H. Wagner.'' (Verlag des Internationalen Entomologischen Vereins e. V., Frankfurt am Main, 1931), p. 43</ref>


De soort is [[Polyfaag en monofaag|polyfaag]] en leeft voornamelijk van [[Kroos (geslacht)|eendenkroos]] (''Lemnaceae'') zoals [[klein kroos]] (''Lemna minor''), [[puntkroos]] (''Lemna trisulca'') en [[veelwortelig kroos]] (''Spirodela polyrhiza''). Daarnaast worden de rupsen ook op [[aarvederkruid]] (''Myriophyllum spicatum''), [[kikkerbeet]] (''Hydrocharis morsus-ranae''), [[watergentiaan]] (''Nymphoides peltata''), [[witte waterlelie]] (''Nymphaea alba''), [[Krabbenscheer]] (''Stratiotes aloides''), [[glanzig fonteinkruid]] (''Potamogeton lucens''), [[grote lisdodde]] (''Typha latifolia''), [[liesgras]] (''Glyceria maxima'') en [[mannagras]] (''Glyceria fluitans'') gevonden. In kweek ontwikkelden de rupsen zich ook op onderwaterbladeren van [[Robinia (soort)|robinia]] (''Robinia pseudoacacia'').<ref name="MLE4"/>
De vrouwtjes bevestigen de eieren in rijen of lagen onder het blad van de voedselplanten. Het eistadium duurt ongeveer 10 tot 14 dagen. De jonge rupsen hebben een zwarte kop en zijn waterlievend. Ze maken een huisje bestaande uit twee ovale bladdelen, waarin zij zich ook voortbewegen. Ze worden ook gevonden in uitgeholde bladstelen aan het wateroppervlak. In het tweede stadium zijn de rupsen watermijdend en steeds bedekt met een dunne luchtlaag. Het huisje van blad is dan gevuld met lucht. Ze kunnen ook korte afstanden afleggen buiten het water. De grotere rupsen van de eerste generatie overwinteren in rietstengels, kleinere rupsen in hun bladhuisje.<ref name="MLE4"/><ref name="Schütze">{{de}} {{aut|Karl Traugott Schütze}}, ''Die Biologie der Kleinschmetterlinge unter besonderer Berücksichtigung ihrer Nährpflanzen und Erscheinungszeiten. Handbuch der Microlepidopteren. Raupenkalender geordnet nach der Illustrierten deutschen Flora von H. Wagner.'' (Verlag des Internationalen Entomologischen Vereins e. V., Frankfurt am Main, 1931), p. 43</ref>

De soort is [[Polyfaag en monofaag|polyfaag]] en leeft voornamelijk van [[Kroos (geslacht)|eendenkroos]] (''Lemnaceae'') zoals [[klein kroos]] (''Lemna minor''), [[puntkroos]] (''Lemna trisulca'') en [[veelwortelig kroos]] (''Spirodela polyrhiza''). Daarnaast worden de rupsen ook op [[aarvederkruid]] (''Myriophyllum spicatum''), [[kikkerbeet]] (''Hydrocharis morsus-ranae''), [[watergentiaan]] (''Nymphoides peltata''), [[witte waterlelie]] (''Nymphaea alba''), [[Krabbenscheer]] (''Stratiotes aloides''), [[Glanzig fonteinkruid]] (''Potamogeton lucens''), [[Grote lisdodde]] (''Typha latifolia''), [[liesgras]] (''Glyceria maxima'') en [[mannagras]] (''Glyceria fluitans'') gevonden. In kweek ontwikkelden de rupsen zich ook op onderwaterbladeren van [[Robinia (soort)|robinia]] (''Robinia pseudoacacia'').<ref name="MLE4"/>


De [[verpopping]] vindt plaats in een witte cocon in het bladhuisje. De rups bevestigt het huisje vooraf aan plantendelen nabij het wateroppervlak. Cocons zijn echter ook gevonden in de stengels van [[riet]] (''Phragmites australis'') of [[rietgras]] (''Phalaris arundinacea''). Ook hier vindt de verpopping plaats in een witte cocon. De poppen maken af en toe een ratelend geluid dat wordt geïnterpreteerd als [[stridulatie]]. De poprust duurt ongeveer een week. De vlinder vliegt van maart tot november. Er zijn vermoedelijk twee generaties, in het zuiden van het verspreidingsgebied meer. De vlindertjes vliegen 's avonds over het wateroppervlak en kunnen ook op enige afstand op licht waargenomen worden.<ref name="MLE4"/>
De [[verpopping]] vindt plaats in een witte cocon in het bladhuisje. De rups bevestigt het huisje vooraf aan plantendelen nabij het wateroppervlak. Cocons zijn echter ook gevonden in de stengels van [[riet]] (''Phragmites australis'') of [[rietgras]] (''Phalaris arundinacea''). Ook hier vindt de verpopping plaats in een witte cocon. De poppen maken af en toe een ratelend geluid dat wordt geïnterpreteerd als [[stridulatie]]. De poprust duurt ongeveer een week. De vlinder vliegt van maart tot november. Er zijn vermoedelijk twee generaties, in het zuiden van het verspreidingsgebied meer. De vlindertjes vliegen 's avonds over het wateroppervlak en kunnen ook op enige afstand op licht waargenomen worden.<ref name="MLE4"/>


== Systematiek ==
== Systematiek ==
Het kroosvlindertje is de [[typesoort]] van het geslacht ''[[Cataclysta]]''.<ref>{{Citeer web|url=https://www.nhm.ac.uk/our-science/data/butmoth/search/GenusDetails.dsml?NUMBER=5217.0|titel=CATACLYSTA - Butterflies and Moths of the World|bezochtdatum=2020-09-30|werk=www.nhm.ac.uk|archiefurl=https://web.archive.org/web/20220508153806/https://www.nhm.ac.uk/our-science/data/butmoth/search/GenusDetails.dsml?NUMBER=5217.0|archiefdatum=2022-05-08}}</ref> Uit de literatuur zijn de volgende synoniemen bekend.<ref name="MLE4"/><ref name="Fauna">{{Link Fauna Europaea|id=443044|naam=Cataclysta lemnata}}</ref>

Het kroosvlindertje is de [[typesoort]] van het geslacht ''[[Cataclysta]]''.<ref>{{Citeer web|url=https://www.nhm.ac.uk/our-science/data/butmoth/search/GenusDetails.dsml?NUMBER=5217.0|titel=CATACLYSTA - Butterflies and Moths of the World|bezochtdatum=2020-09-30|werk=www.nhm.ac.uk}}</ref> Uit de literatuur zijn de volgende synoniemen bekend.<ref name="MLE4"/><ref name="Fauna">{{Link Fauna Europaea|id=443044|naam=Cataclysta lemnata}}</ref>
{{Kolommen lijst| breedte=9| compact=nee | aantal=2| inhoud=
{{Kolommen lijst| breedte=9| compact=nee | aantal=2| inhoud=
* ''Phalaena geometra lemnata'' [[Carl Linnaeus|Linnaeus]], 1758
* ''Phalaena geometra lemnata'' [[Carl Linnaeus|Linnaeus]], 1758
Regel 73: Regel 69:
{{commonscat|Cataclysta lemnata}}
{{commonscat|Cataclysta lemnata}}


[[Categorie:Grasmot]]
[[Categorie:Cataclysta|Kroosvlindertje]]
[[Categorie:Dier uit het Palearctisch gebied]]
[[Categorie:Dier uit het Palearctisch gebied]]

Huidige versie van 4 sep 2023 om 20:57

Kroosvlindertje
Kroosvlindertje
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Arthropoda (Geleedpotigen)
Klasse:Insecta (Insecten)
Orde:Lepidoptera (Vlinders)
Familie:Crambidae (Grasmotten)
Onderfamilie:Acentropinae
Geslacht:Cataclysta
Soort
Cataclysta lemnata
Linnaeus, 1758
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Kroosvlindertje op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Insecten

Het kroosvlindertje (Cataclysta lemnata) is een vlinder uit de familie van de grasmotten (Crambidae). De spanwijdte van de vlinder bedraagt tussen de 18 en 24 millimeter. Vooral de achtervleugel van deze vlinder is opvallend, met een rij van zwarte stippen (komt over als een lijn) met blauw hart. De voorvleugels zijn verschillend, een vorm van seksuele dimorfie: bij de vrouwtjes is er een goudbruine tekening, bij de mannetjes zijn de voorvleugels grotendeels wit.

De waardplant van het kroosvlindertje is zoals de naam al suggereert kroos (Lemna). De rupsen maken hiervan drijvende zakjes, soms onderwater.

Voorkomen in Nederland

[bewerken | brontekst bewerken]

Het kroosvlindertje is in Nederland een algemeen en maar in België een lokale soort, die vooral in het noorden wordt waargenomen. De vliegtijd is van mei tot en met augustus.

De soort is nogal variabel. Bij de mannetjes kunnen de voorvleugels meer of minder bruin gekleurd zijn. Bij de vrouwtjes komen exemplaren voor met donkerbruine voorvleugels (forma confirmata Krulikovsky). De rand van het antemediale gebied is breder en op de achtervleugels intenser geel gekleurd. Dit is geen ondersoort, maar een ecologische vorm, die ontstaat door bijzondere omstandigheden tijdens de ontwikkeling van de pre-imaginale stadia (geëutrofieerd water met laag zuurstofgehalte).[1]

Kroosvlindertjein Elst (Nederland)

De rupsen hebben geen tracheale kieuwen. De volwassen rupsen zijn grijs en hebben een lichtbruine kop. Het thorakale schild is zwartachtig en heeft een caudale verdikking. De rechthoekige anale plaat is klein en grijs. De pop is bruin, de romp is korter dan het eerste paar poten. De tweede en derde potenparen zijn langer dan de vleugels.[1] Het ei is zeer vlak en bijna schaalachtig. Het is ovaal en heeft een geelachtige kleur.[1]

De soort komt voor van Spanje in het westen tot Rusland in het oosten (tot ongeveer 60 graden oosterlengte). In het noorden reikt zijn leefgebied tot de Britse Eilanden, inclusief Ierland, Zuid-Noorwegen, centraal Zweden en Finland. In het zuiden reikt het tot Corsica, Sicilië en de Peloponnesos, naar Azerbeidzjan (Lenkoran), Turkije, Iran, Libanon en Marokko.[1]

De vrouwtjes bevestigen de eieren in rijen of lagen onder het blad van de voedselplanten. Het eistadium duurt ongeveer tien tot veertien dagen. De jonge rupsen hebben een zwarte kop en zijn waterlievend. Ze maken een huisje bestaande uit twee ovale bladdelen, waarin zij zich ook voortbewegen. Ze worden ook gevonden in uitgeholde bladstelen aan het wateroppervlak. In het tweede stadium zijn de rupsen watermijdend en steeds bedekt met een dunne luchtlaag. Het huisje van blad is dan gevuld met lucht. Ze kunnen ook korte afstanden afleggen buiten het water. De grotere rupsen van de eerste generatie overwinteren in rietstengels, kleinere rupsen in hun bladhuisje.[1][2]

De soort is polyfaag en leeft voornamelijk van eendenkroos (Lemnaceae) zoals klein kroos (Lemna minor), puntkroos (Lemna trisulca) en veelwortelig kroos (Spirodela polyrhiza). Daarnaast worden de rupsen ook op aarvederkruid (Myriophyllum spicatum), kikkerbeet (Hydrocharis morsus-ranae), watergentiaan (Nymphoides peltata), witte waterlelie (Nymphaea alba), Krabbenscheer (Stratiotes aloides), glanzig fonteinkruid (Potamogeton lucens), grote lisdodde (Typha latifolia), liesgras (Glyceria maxima) en mannagras (Glyceria fluitans) gevonden. In kweek ontwikkelden de rupsen zich ook op onderwaterbladeren van robinia (Robinia pseudoacacia).[1]

De verpopping vindt plaats in een witte cocon in het bladhuisje. De rups bevestigt het huisje vooraf aan plantendelen nabij het wateroppervlak. Cocons zijn echter ook gevonden in de stengels van riet (Phragmites australis) of rietgras (Phalaris arundinacea). Ook hier vindt de verpopping plaats in een witte cocon. De poppen maken af en toe een ratelend geluid dat wordt geïnterpreteerd als stridulatie. De poprust duurt ongeveer een week. De vlinder vliegt van maart tot november. Er zijn vermoedelijk twee generaties, in het zuiden van het verspreidingsgebied meer. De vlindertjes vliegen 's avonds over het wateroppervlak en kunnen ook op enige afstand op licht waargenomen worden.[1]

Het kroosvlindertje is de typesoort van het geslacht Cataclysta.[3] Uit de literatuur zijn de volgende synoniemen bekend.[1][4]

  • Phalaena geometra lemnata Linnaeus, 1758
  • Phalaena tortrix albana O.F. Müller, 1764
  • Phalaena gemmata Hufnagel, 1767
  • Pyralis lemnalis Denis & Schiffermüller, 1775
  • Phalaena tinea bordella Goeze, 1783
  • Tinea marginatella Fourcroy, 1785
  • Phalaena limnata Fabricius, 1787
  • Phalaena uliginata Fabricius, 1794
  • Cataclysta limnalis Berce, 1878
  • Cataclysta lemnae G.W. Müller, 1892
  • Cataclysta lemnata confirmata Krulikovsky, 1907 nomen nudum
  • Cataclysta lemnata confirmata Krulikovsky, 1909
  • Cataclysta lemnata ab. ochracea Hauder, 1910
  • Cataclysta lemnata brunneospersa Osthelder, 1935
[bewerken | brontekst bewerken]
  • Kaarten met waarnemingen:
Zie de categorie Cataclysta lemnata van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.