• zo·doen·de

zodoende

  1. op die wijze; op die manier
    • Zodoende wordt er veel geld bespaard. 
    • Zodoende kwam Plinius weer uit mijn kast, een opgewekt verteld avonturenverhaal over een pinguïn die al op zijn derde depressief is. [2] 
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]