• we·reld·top
enkelvoud meervoud
naamwoord wereldtop wereldtoppen
verkleinwoord - -

de wereldtopm

  1. alle uitblinkers op een bepaald gebied van over de hele aarde
  2. conferentie waar de voornaamste leiders van over de hele aarde aan meedoen
98 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]