• ver·ke·ren
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
verkeren
verkeerde
verkeerd
zwak -d volledig

verkeren

  1. inergatief in een toestand zijn
    • Nederland verkeert financieel in een veel betere toestand dan sommige andere EU-leden. 
     Het bijzondere aan alleen reizen is dat je nieuwe mensen ontmoet. Thuis verkeerde ik meestal in mijn vertrouwde kringetjes.[2]
  2. (sociologie) omgang en/of een amoureuze band hebben
  3. (verouderd), ergatief (17e eeuws) ~in, veranderen [3], overgaan van de ene toestand naar de andere
    • "Het kan verkeren" zei Bredero! 
    • Alles verkeerde in het tegendeel. 
  • verkeren kunnen
omstandigheden kunnen snel veranderen
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]
  1. verkeren op website: Etymologiebank.nl
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be