verkeren
- ver·ke·ren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verkeren |
verkeerde |
verkeerd |
zwak -d | volledig |
verkeren
- inergatief in een toestand zijn
- Nederland verkeert financieel in een veel betere toestand dan sommige andere EU-leden.
- ▸ Het bijzondere aan alleen reizen is dat je nieuwe mensen ontmoet. Thuis verkeerde ik meestal in mijn vertrouwde kringetjes.[2]
- (sociologie) omgang en/of een amoureuze band hebben
- (verouderd), ergatief (17e eeuws) ~in, veranderen [3], overgaan van de ene toestand naar de andere
- "Het kan verkeren" zei Bredero!
- Alles verkeerde in het tegendeel.
- verkeren kunnen
omstandigheden kunnen snel veranderen
1. in een toestand zijn
2. omgang en/of een amoureuze band hebben
- Het woord verkeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verkeren" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ verkeren op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be