uitzoeken
- uit·zoe·ken
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
uitzoeken |
zocht uit |
uitgezocht |
zwak -cht | volledig |
uitzoeken
- overgankelijk een selectie maken uit een grotere verzameling
- We hebben de rijpe vruchten uitgezocht.
- overgankelijk een probleem onderzoeken tot er duidelijkheid komt
- Dat moet nog eens goed uitgezocht worden.
- ▸ Vervolgens duurt het drie maanden voor je alles rondom visums en vergunningen hebt uitgezocht.[1]
- ▸ Rutte wil het verder uitzoeken, maar wees er wel op dat de uitvoering van zo'n toeslag technisch ingewikkeld is en dat hij wil weten hoe de maatregel betaald moet worden.[2]
1. een selectie maken uit een grotere verzameling
2. onderzoeken totdat het duidelijk wordt
- Het woord uitzoeken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "uitzoeken" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Weblink bron “Rutte wil kijken naar toeslag van 500 euro voor lage en middeninkomens” (15 juni 2022), NOS
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be