vervoeging van
sudar

suda

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van sudar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van sudar


  • su·da
Naar frequentie 5331
  1. in het water
  2. op het water
  3. te water

suda

  1. locatief enkelvoud van su