schuiven
- schui·ven
- In de betekenis van ‘voortbewegen zonder op te tillen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1287 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
schuiven |
schoof |
geschoven |
klasse 2 | volledig |
schuiven
- overgankelijk over de grond verplaatsen
- Hij schoof de doos in de richting van de deur.
|
1. over de grond verplaatsen
de schuiven mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord schuif
- Het woord schuiven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "schuiven" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ "schuiven" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be