• praat
enkelvoud meervoud
naamwoord praat -
verkleinwoord praatje praatjes

praat m

  1. het spreken over een bepaald onderwerp
    • Wat is dat voor rare praat! 
     Maar dit gevoel duurde niet lang want na een kort praatje schreef hij opeens een officiële boete uit voor de hele groep omdat het blijkbaar verboden was om boven op Mount Whitney te overnachten.[1]
  • aan de praat krijgen
zorgen dat iets weer werkt
• Om dit toestel weer aan de praat te krijgen, moet u de transformator vervangen. 
vervoeging van
praten

praat

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van praten
  2. gebiedende wijs van praten
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be