potgeld
- pot·geld
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | potgeld | potgelden |
verkleinwoord |
het potgeld o
- geld dat men gespaard heeft
- Het woord potgeld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "potgeld" herkend door:
70 % | van de Nederlanders; |
76 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be