• merk·waar·dig
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen merkwaardig merkwaardiger merkwaardigst
verbogen merkwaardige merkwaardigere merkwaardigste
partitief merkwaardigs merkwaardigers -

merkwaardig

  1. vreemd, raar
    • Wij zijn nog steeds verbijsterd door die merkwaardige openbaring. 
    • De hofdansen zijn merkwaardig, er is een ganzenrace in slow-motion: het potsierlijke van de pruikentijd buit hij uit tot in het extreme. [1] 
     Dit is een merkwaardige uitvinding die door middel van uv-licht alle parasieten en bacteriën in het water binnen negentig seconden uitschakelt.[2]
     Als de aanstaande ondergang van het Aquarium dit jaar het sombere nieuwtje binnen de familie was, dan was het des te merkwaardiger dat hij bij zijn broer thuis was om te vieren wat juist de grootste vreugde van de familie was geweest.[3]
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]
  1. de Volkskrant Floortje Smit 2 januari 2019 The Favourite is verschrikkelijk grappig en oneindig tragisch (vijf sterren)
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  3. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044628142
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be