maatregel
- maat·re·gel
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘schikking’ voor het eerst aangetroffen in 1734 [1]
- samenstelling van maat en regel [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | maatregel | maatregelen maatregels |
verkleinwoord | maatregeltje | maatregeltjes |
de maatregel m
- iets dat wordt beslist om een doel te treffen
- Er moesten maatregelen genomen worden om op tijd klaar te zijn.
- ▸ Sinds 5 oktober is voor heel het land weer een ophok- en afschermplicht van kracht voor houders van pluimvee en andere vogelsoorten. De maatregel werd afgekondigd vanwege een toename van het aantal besmettingen in september en uit angst voor meer besmettingen bij voornamelijk wilde vogels. De plicht om vogels binnen te laten geldt niet alleen voor bedrijven, maar ook voor hobbyhouders.[3]
1. iets dat wordt beslist om een doel te treffen
- Het woord maatregel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "maatregel" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ "maatregel" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ maatregel op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron NOS Nieuws“Grootste uitbraak vogelgriep tot nu toe: 300.000 vogels gedood in Heythuysen” (20 oktober 2022), NOS
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be