• maal·tijd
enkelvoud meervoud
naamwoord maaltijd maaltijden
verkleinwoord maaltijdje maaltijdjes

de maaltijdm

  1. (voeding) een hoeveelheid toebereid voedsel die voldoende is geruime tijd de lichamelijke behoefte te bevredigen
    • De maaltijd was weer heerlijk, Anneke! 
     'Monsieur Point was erg goed in marketing. In die tijd lieten veel mensen zich vervoeren door een chauffeur. Hij beloofde de chauffeurs een gratis maaltijd als ze hun baas naar zijn restaurant zouden brengen', zegt Henriroux.[3]
     En dat in de US of A met haar vierentwintiguurseconomie? Ik had al dagen geen fatsoenlijke maaltijd gegeten en had buikpijn van de honger.[4]
  • Mosterd na de maaltijd
Een oplossing die te laat komt
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[5]
  1. "maaltijd" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  2. maaltijd op website: Etymologiebank.nl
  3.   Weblink bron
    Peter Giesen
    “Route Nationale 7, leuker dan de Route du Soleil” (30 juli 2014), de Volkskrant
  4. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be