legden
- leg·den
vervoeging van |
---|
leggen |
legden
- meervoud verleden tijd van leggen
- Wij legden.
- Jullie legden.
- Zij legden.
- Wij legden.
- Het woord legden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.