• je van het
  • verbinding van je, van en het: zowel het bezittelijk voornaamwoord "je" als het beklemtoonde lidwoord "het" kunnen worden gebruikt om te benadrukken dat iets bij uitstek de kenmerken heeft die het daarop volgend zelfstandig naamwoord uitdrukt [1]
stellend
onverbogen je van het
verbogen (alleen
predicaat)

je van het

  1. (spreektaal) beste in zijn soort
     Wetenschappers mogen opiniestukken in de krant schrijven waarin ze beweren te weten hoe de wereld in elkaar zit en waarin ze gelijkheid naar voren schuiven als seksueel panacee. Want maken vrouwen niet ‘óók testosteron’ aan? Ja hoor. En is open ‘communicatie over instemming’ niet je van het? Absoluut.[2]
     Er is een tendens om de twee jaar een boekje van 150 pagina's uit te brengen en dan te roepen dat het net niet je van het is.[3]
  • je van het wordt vaak gecombineerd met niet, waardoor de betekenis in de praktijk juist het omgekeerde is (d.w.z. "behoorlijk/erg slecht" tot "zeer matig")
  • Als in teksten de reeks "je van het" voorkomt, gaat het meestal om het persoonlijk voornaamwoord je als onbenadrukte vorm van jij of jou en dus niet om deze uitdrukking.
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Maxim Februari
    “Onderschat de werking van testosteron niet” (16 januari 2018) op nrc.nl  
  3.   Weblink bron
    Monika van Paemel geciteerd door Anke Manschot
    Vóór mijn veertigste een omvangrijk boek met een groot perspectief in: Vrij Nederland. Boekenbijlage., jrg. 1985 nr. 20 (18 mei 1985), Stichting Vrij Nederland, Amsterdam, p. 4