• ini·ti·a·tie
enkelvoud meervoud
naamwoord initiatie initiaties
verkleinwoord - -

de initiatiev

  1. inwijding
  2. met name kennismaking met de eerste beginselen van een tak van wetenschap, kunst of vaardigheid
  3. het initiëren (inleiden)
95 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[3]