initiatie
- ini·ti·a·tie
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘inwijding’ voor het eerst aangetroffen in 1669 [1]
- Naamwoord van handeling van initiëren met het achtervoegsel -atie [2]
- afgeleid van het Franse initiation of daarvoor van het Latijnse 'initiatio'
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | initiatie | initiaties |
verkleinwoord | - | - |
de initiatie v
- inwijding
- met name kennismaking met de eerste beginselen van een tak van wetenschap, kunst of vaardigheid
- het initiëren (inleiden)
- initiatiecursus, initiatief, initiatiefeest, initiatieles, initiatierite, initiatieritueel, initiatietijd
1.
- Het woord initiatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "initiatie" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "initiatie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ initiatie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be