herstellen
- Geluid: herstellen (hulp, bestand)
- her·stel·len
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
herstellen |
herstelde |
hersteld |
zwak -d | volledig |
herstellen
- overgankelijk terug werkend krijgen, repareren
- Kun je de wasmachine nog herstellen?
- ergatief er terug bovenop geraken, weer beter worden
- Hij herstelt goed van de operatie.
- ▸ Meneer Wang heeft nadrukkelijk verklaard dat het in zijn intenties ligt het hotel in zijn oude luister te herstellen, waarbij de financiële armslag waarover hij naar het zich laat aanzien beschikt zeer zeker van pas zal komen.[2]
- weer invoeren
- De dienstplicht herstellen.
- wederkerend zich ~: weer in de vorige toestand terugkeren
- wederkerend zich ~: zijn zelfbeheersing terugkrijgen
1. terug werkend krijgen, repareren
3. weer invoeren
- Het woord herstellen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "herstellen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ herstellen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 16
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- IPA: /ˈheːɐ̯ˌʃtɛln̩/, (duidelijk uitgesproken) /ˈheːɐ̯ˌʃtɛlən/
- her·stel·len
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
herstellen /ˈheːɐ̯ˌʃtɛln̩/ |
stellte her /ˌʃtɛltə ˈheːɐ̯/ |
hergestellt /ˈheːɐ̯gəˌʃtɛlt/ |
volledig |
- Afleiding van het Duitse werkwoord stellen met het voorvoegsel her-; sinds de zestiende eeuw alleen in de zin van "hier op deze plaats zetten" bekend; de zin van "vervaardigen, voortbrengen, creëren" kwam pas omstreeks 1900 door een verkorting van het werkwoord wiederherstellen in de zin van "herinrichten, repareren".
herstellen
- overgankelijk iets beroepsmatig onder draaiende productie aanmaken; vervaardigen, fabriceren, produceren, maken
- «Man kann beispielsweise etwas maschinell, von Hand oder synthetisch herstellen.»
- Men kan bijvoorbeeld iets machinaal, handmatig of synthetisch vervaardigen.
- «Autos werden serienmäßig hergestellt.»
- Auto's worden seriematig geproduceerd/vervaardigd/gemaakt.
- «In Zeiten der globalisierten Marktwirtschaft ist es billiger seine Produkte im Ausland herstellen zu lassen.»
- In de tijd van de geglobaliseerde markteconomie is het goedkoper om de producten in het buitenland te laten maken.
- «Kleine Traditionsbetriebe stellen ihre Produkte noch in liebevoller Handarbeit her.»
- Kleine traditionele bedrijven verwaardigen hun producten nog met liefdevol handwerk.
- «Man kann beispielsweise etwas maschinell, von Hand oder synthetisch herstellen.»
- overgankelijk door bepaalde inspanningen tot stand brengen, terechtbrengen; creëren, maken
- «Könnten Sie eine telefonische Verbindung herstellen?»
- Kunt u een telefonische verbinding tot stand brengen?
- «Sofort nach (der) Ankunft im Krisengebiet, stellte der Journalist erste Kontakte zu seinen Verbindungspersonen her.»
- Direct na aankomst in het crisisgebied legde de journalist de eerste contacten met zijn contactpersonen.
- «Man sollte eine Verbindung zwischen der Insel und dem Festland herstellen.»
- Men zou een verbinding tussen het eiland en het vasteland moeten maken/creëren.
- «Sie waren im Job bemüht ein gutes, kollegiales Verhältnis herzustellen.»
- Zij deden hun best om op het werk een goede, collegiale relatie tot stand te brengen.
- «Nach ein paar Tagen der Aufruhr und des Tumults waren endlich Ruhe und Ordnung hergestellt.»
- Naar enkele dagen van oproer en opstootjes waren rust en orde eindelijk hersteld.
- «Könnten Sie eine telefonische Verbindung herstellen?»
- wederkerend tot stand gebracht, terechtgebracht worden.
- «Ein so gutes Verhältnis wie früher stellte sich nicht mehr her.»
- Een zo goede verhouding als vroeger werd niet meer tot stand gebracht.
- «Ein so gutes Verhältnis wie früher stellte sich nicht mehr her.»
- overgankelijk in de oorspronkelijk goede staat of toestand terugplaatsen; genezen, repareren
- «Die Kranken in diesem afghanischen Krankenhaus waren so weit hergestellt, dass sie wieder aufstehen konnten.»
- De zieken in dit Afghaanse ziekenhuis waren zo ver genezen dat zij weer konden opstaan.
- «Die Kranken in diesem afghanischen Krankenhaus waren so weit hergestellt, dass sie wieder aufstehen konnten.»
- overgankelijk in de nabijheid van de sprekende persoon plaatsen of neerzetten.
- «Bist du bitte so gut und stellst den Koffer her!»
- Wees alsjeblieft zo aardig en zet de koffer hier neer!
- «Bist du bitte so gut und stellst den Koffer her!»
- [1]: herst.
- [1]: fertigen, produzieren, (verouderend) fabrizieren
- [4]: wiederherstellen
- [1]: auseinandernehmen, zerlegen
- [2]: kappen, unterbinden, unterbrechen, zerstören
- [5]: wegstellen
- [1, 2]: schaffen
- [1]: erzeugen, generieren, hervorbringen
- [2]: ermöglichen
- [1]: Hersteller, Herstellerin
- [1, 2, 4]: Herstellung
- [4]: wiederherstellen, Wiederherstellung
- [1]: anfertigen, konstruieren
- [4]: genesen
- [5]: hinstellen