naamwoord van handeling
zelfstandig bijvoeglijk
herkennen herkend
herkenning
  • her·ken·nen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
herkennen
herkende
herkend
zwak -d volledig

herkennen [2]

  1. overgankelijk waarnemen en beseffen wie het is
    • Niemand herkende de man op de foto. 
     Hebt u het portret gezien boven de haard? U herkent zonder twijfel de markante en nobele trekken van Niccoló Paganini. Ik zal de eerste zijn om uw gelijk te beamen wanneer u zegt dat het in schilderkundig opzicht geen meesterwerk betreft. Het is gemaakt door een brave, mindere meester, die er zelfs in zijn tijd niet om bekendstond dat hij zijn tijd vooruit was.[3]
     Ik merkte dat ik een beetje paranoia werd toen ik door de bossen liep. Ik herkende mezelf nauwelijks meer terug.[4]
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[5]
  1. herkennen op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers  , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 15
  4. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be