frites
- fri·tes
- alleen meervoud, verkorting van Belgisch Frans patates frites, in de betekenis van ‘in vet gebakken reepjes aardappel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1924 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | - | frites |
verkleinwoord | - | - |
de frites mv
- (voeding) gerecht vervaardigd van in reepjes gesneden aardappel gebakken in olie
- Geeft u mij er maar frites bij.
1. een gerecht vervaardigd van in reepjes gesneden aardappel gebakken in olie
- Het woord frites staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "frites" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
59 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "frites" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be