flatus
- fla·tus
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | flatus | flatussen flati |
verkleinwoord | flatusje | flatusjes |
de flatus m
- (medisch) het ontsnappen van opgehoopte gassen; wind
- In het Latijn is het meervoud geen flati, maar goed.
- Het woord flatus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "flatus" herkend door:
38 % | van de Nederlanders; |
45 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be