• fla·tus
enkelvoud meervoud
naamwoord flatus flatussen
flati
verkleinwoord flatusje flatusjes

de flatusm

  1. (medisch) het ontsnappen van opgehoopte gassen; wind
    • In het Latijn is het meervoud geen flati, maar goed. 
38 % van de Nederlanders;
45 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be