eufemisme
- eu·fe·mis·me
- Leenwoord uit het Frans of Latijn, in de betekenis van ‘verhullend woord’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
- afgeleid van het Griekse 'eu' [goed] + phèmè [woorden, mededeling] met het achtervoegsel -isme [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | eufemisme | eufemismen |
verkleinwoord | eufemismetje | eufemismetjes |
het eufemisme o
- het gebruik van een woord om sterkere variant, vaak een grof of vulgair woord, te vervangen door een minder grof of vulgair woord of uitdrukking, bijvoorbeeld heengegaan in plaats van dood
- ▸ En ze had alles contant betaald omdat een deftige familie geen schulden maakte en iets op afbetaling kopen was een eufemisme voor precies hetzelfde.[3]
- het woord of de uitdrukking die op die manier gebruikt wordt
1-2.
- Het woord eufemisme staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "eufemisme" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "eufemisme" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ etymologiebank.nl
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044632767
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be