eerst
- eerst
- erfwoord via Middelnederlands eerst van Oudnederlands erist, in de betekenis van ‘rangtelwoord: vóór ieder ander’ aangetroffen vanaf 1100 [1] [2] [3]
eerst
- voordat iets anders gebeurt
- We gaan eerst bij mijn ouders langs en daarna pas naar de stad.
- in het begin
- Eerst gingen we naar school, later moesten we werken.
- (verouderd) pas [3], niet eerder dan, op een laat moment
- Hij kwam eerst om twee uur thuis.
- [1], direct
- eerstaanwezend, eerstdaags, eersteling, eerstgeboorte, eerstgeboorterecht, eerstgeboren, eerstgenoemd, eerstkomend, eerstverantwoordelijk, eerstvolgend, eerstvolgende
- [2] voor het eerstnog nooit eerder gebeurd
- • Dit is voor het eerst dat hij te laat komt op school, ik zal hem dus maar geen al te grote straf geven.
- • Een historische prestatie! Duncan Laurence heeft voor Nederland voor het eerst in 44 jaar het Eurovisie Songfestival gewonnen. Met Arcade won hij door een grote overwinning bij de publiekstemmen van Zweden en Italië. Laurence is de opvolger van Teach-in, dat in 1975 won met Ding-a-Dong. [4]
1.
- Het woord eerst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "eerst" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ eerst op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "eerst" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Tubantia Stefan Raatgever 19 mei. 2019 Duncan doet waar Nederland na 44 jaar naar smachtte
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be