dwarskop

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  dwarskop    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• dwars·kop

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  dwars  en  kop zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	dwarskop	dwarskoppen
verkleinwoord	dwarskopje	dwarskopjes

Zelfstandig naamwoord

de dwarskop m

1. eigenwijs en onhandelbaar persoon

   • Schril contrast met het personage van Raoul Hedebouw, kamerlid voor Luik en woordvoerder van de PVDA-PTB. Hedebouw wordt als een sympathieke en volkse dwarskop neergezet, met een hoog knuffelgehalte. 
   • Dat president Hollande inmiddels zal beseffen dat het allemaal zo vanzelfsprekend niet is, komt goeddeels door Frigide Barjot, vijftig jaar geleden in Lyon geboren als Virginie Merle - haar bijnaam kreeg ze in haar studententijd. Ze is een ánar de droite'- een rechtse dwarskop. En zo katholiek dat ze zichzelf al eens tot persvoorlichter van Jezus uitriep. Dertien jaar geleden streed ze voor het recht van homo's een samenlevingscontract af te sluiten. 

Synoniemen

• stijfkop, dwarsligger, dwarsdrijver, rebel, koppigaard

Vertalingen

    1.   

Engels: cross-grained (en), cross-patch (en), fractious person (en)

Gangbaarheid

• Het woord dwarskop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dwarskop" herkend door:

96 %	van de Nederlanders;
94 %	van de Vlamingen.