diegene
- die·ge·ne
- In de betekenis van ‘aanwijzend voornaamwoord’ voor het eerst aangetroffen in 1284 [1]
- samenstelling van die en gene [2]
- als antecedent van een beperkende bijzin, die persoon
- Diegene die dat gemaakt heeft is een erg getalenteerd persoon.
- Het woord diegene staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "diegene" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ "diegene" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ diegene op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be