WikiWoordenboek:Wederkerend voornaamwoord
Een wederkerend voornaamwoord geeft een bijzonder voorwerp van een werkwoord aan. Meestal is dit een lijdend voorwerp dat identiek is aan het onderwerp:
- Hij wast zich.
In dit geval is het wederkerend voornaamwoord zich één en dezelfde persoon als het onderwerp aangegeven door het persoonlijk voornaamwoord hij.
In het Nederlands kan het wederkerend voornaamwoord een aantal verschillende graden van nadruk uitdrukken:
- Ik was me.
- Ik was mij.
- Ik was mezelf.
- Ik was mijzelf.
Alle vier zijn aanvaardbare Nederlandse zinnen met verschil in nuance.
In het Nederlands komen, net als in vele andere talen, werkwoorden voor die alleen wederkerend gebruikt worden, vergelijk bijvoorbeeld:
- Ik vergis me
Ik vergis
In vele talen nemen wederkerende werkwoorden een positie in die het midden houdt tussen de bedrijvende en de lijdende vorm:
- bedrijvend: wassen
- wederkerend: zich wassen
- lijdend: gewassen worden
In sommige talen, bijvoorbeeld het Russisch is de betekenis echter vaak verschoven naar de lijdende kant.