Reynaldo Hahn

Frans dirigent (1874-1947)

Reynaldo Hahn (Caracas, Venezuela, 9 augustus 1874[1] - Parijs, 28 januari 1947) was een Franse componist, pianist, dirigent en muziekcriticus. Zijn vader was een zakenman en ingenieur van Duits-Joodse afkomst, zijn moeder een Venezolaanse. Het (grote) gezin woonde vanaf 1878 in Parijs en verkreeg de Franse nationaliteit.

Reynaldo Hahn
Reynaldo Hahn gefotografeerd door Paul Nadar (1898)
Reynaldo Hahn gefotografeerd door Paul Nadar (1898)
Volledige naam Reynaldo Hahn
Geboren 9 augustus 1874
Overleden 28 januari 1947
Land Vlag van Frankrijk Frankrijk
Religie Joods
Jaren actief 1898-1947
Stijl Romantiek
Beroep Componist, Pianist en Dirigent
Nevenberoep Muziekcriticus
Instrument Piano
Leraren Massenet, Dubois
Lavignac en Gounod
Belangrijkste werken Ciboulette (1923)
L'Ile du Rêve (1898)
La Carmélite (1902)
Mozart (1925)
Le Marchaud de Venise (1935)
Les oui des jeunes filles (1935)
La Fête chez Thérèse (1910)
Le Dieu Bleu (1912)
(en) IMDb-profiel
(en) Discogs-profiel
(en) MusicBrainz-profiel
Portaal  Portaalicoon   Muziek
Portret van Reynaldo Hahn door Lucie Lambert (1907)
Met Sarah Bernhardt in 1905

Levensloop

bewerken

De jonge Reynaldo kreeg al vroeg pianolessen en leerde heel snel. Toen hij tien jaar oud was, ging hij naar het Conservatoire national supérieur de musique in Parijs en werd een medestudent van onder anderen Maurice Ravel. Hij kreeg celloles bij Théodore Dubois, solfège en muziektheorie bij Albert Lavignac, de uitvinder van het muziekdictee, en compositie bij Charles Gounod, wiens muziek hij adoreerde. De invloed van Gounod was van korte duur, want Hahn kreeg al snel compositieles van Jules Massenet.

Hahn waardeerde Massenet vooral omdat die nooit zijn wil oplegde aan zijn studenten. Hij drong er op aan toch vooral de eigen emotie, temperament, karakter en stijl in hun muziek toe te passen. Hahn dacht zijn leven lang met veel genegenheid en dankbaarheid terug aan Massenet.

Hahn werkte eerst als dirigent vooraleer hij zich op het componeren toelegde. Hij voelde zich aangetrokken tot het vakmanschap van componisten als Ludwig van Beethoven en Johann Sebastian Bach. Illustratief is het verhaal dat een organist uit de provincie een brief naar Hahns uitgever stuurde voor wat meer informatie over die Piano Sonatine van de "zeventiende-eeuwse componist" Reynaldo Hahn.

Hahn was een groot bewonderaar van Wolfgang Amadeus Mozart. Hij voerde veel van hem uit. Zijn smaak reikte van Giovanni Pierluigi da Palestrina via Joseph Haydn tot Richard Wagner. In tegenstelling tot Claude Debussy, waar hij vreemd genoeg niets mee had en wiens muziek hij 'bespottelijk vond, was hij een fervent bewonderaar van Ravel. Een enorme affectie had hij ook met Robert Schumann wiens Lieder hij de perfecte synthese vond van literatuur en muziek. Hij componeerde zelf ook veel liederen op teksten van onder anderen Victor Hugo en Paul Verlaine. Hij schreef verder opera's, kamermuziek, balletten, toneelmuziek en orkestwerken. Net als zijn leraar Massenet was ook Hahn behoorlijk conservatief en hij is na zijn overlijden daardoor vrijwel onbekend gebleven bij het grote publiek.

Vriendschap met Marcel Proust

bewerken

Hahn kreeg begin twintigste eeuw meer bekendheid door zijn (vermoedelijk homoseksuele) relatie met de beroemde schrijver Marcel Proust. Tot de dood van Proust in 1922 hadden ze een hechte intieme relatie. In zijn postuum uitgegeven roman Jean Santeuil portretteert Proust Hahn. Hahn zelf was ook een kenner van vooral de Franse literatuur. Door zijn vriendschap met Proust werd hij een belangrijk muziekcriticus die bekend stond om zijn welbespraakte en gewaardeerde recensies over bekende persoonlijkheden uit die tijd. Hij was ook muziekrecensent voor de Parijse krant Le Figaro en auteur van boeken over muziek.

In 1940 vluchtte Hahn vanwege zijn joodse afkomst uit Parijs naar Cannes. Hij keerde in 1945 terug om de muzikale leiding op zich te nemen van de Opéra national de Paris. Tot en met zijn dood in 1947 bleef hij, ondanks het feit dat hij zijn vriend Proust enorm miste, een flamboyante persoonlijkheid.

Pianoconcert in E (1931)

bewerken

Hahn voltooide zijn enige pianoconcert toen hij 55 was. Hij schreef het in een tijd dat hij door het grote publiek als een relikwie uit een voorbije periode werd gezien. Debussy was al 13 jaar dood en Ravel had zijn twee beroemde impressionistische pianoconcerten al geschreven. Hahns pianoconcert uit 1931 klinkt als zeer gedateerd. Het heeft een tijdsduur van een klein halfuur met drie losse delen: Improvisation: modéré très librement - Danse: Vif - Rêverie, Toccata et Finale: Lent, Gai, Allegro.

In 1937 heeft hij er nog een opname van gemaakt met aan de piano Magda Tagliaferro, aan wie hij het stuk had opgedragen. Vijftig jaar na zijn dood is het pianoconcert opnieuw opgenomen door Stephen Coombs in de serie The Romantic Piano Concerto van Hyperion. De enige partituur die er nog van bestond, kwam uit de VS. Het was het exemplaar dat Hahn zelf had gebruikt tijdens de opname van 1937; handgeschreven met overal coupures en aantekeningen met een blauwe pen en verschillende pagina’s aan elkaar geplakt.

Composities

bewerken

Werken voor orkest

bewerken
  • 1893 Nuit d'amour bergamasque, symfonisch gedicht
  • 1898 Marine, voor kamerorkest
  • 1928 Concerto, voor viool en orkest
  • 1931 Concerto, voor piano en orkest
  • 1942 Concerto, voor vijf instrumenten en orkest

Werken voor harmonieorkest

bewerken
  • 1906 Le bal de Béatrice d'Este, suite voor harmonieorkest, twee harpen en piano
  • 1910 La fête chez Thérèse, ballet-pantomime
  • 1915 Les jeunes lauriers, marche militaire
  • Ouverture-fantasie uit de operette "Ciboulette", bewerking door Roger Boutry

Oratoria

bewerken

Muziektheater

bewerken

Opera's

bewerken
Voltooid in titel aktes première libretto
1893 Agénor (onvoltooid)
1898 L'Île du rêve 3 aktes 23 maart 1898, Parijs, Opéra-Comique André Alexandre en Georges Hartmann naar Pierre Loti
1901 La pastorale de Noël «Mystère de Noël» 3 aktes 1908, Parijs Léonel de La Tourasse en Gaylly de Taurines
1902 La Carmélite 4 aktes 16 december 1902, Parijs, Opéra-Comique Catulle Mendès
1919 Nausicaa 2 aktes 10 april 1919, Monte Carlo René Fauchois
1919 Fête triomphale 3 aktes 14 juli 1919, Parijs, Opéra Garnier St Georges de Bouhélier
1921 La Colombe de Bouddha 1 akte 21 maart 1921, Cannes André Alexandre
1925 Mozart 3 aktes 2 december 1925, Parijs Sacha Guitry
1926 Le Temps d'aimer 3 aktes 1926, Parijs Hugues Delorme, Henri Duvernois en Pierre Wolff
1926 La Reine de Sheba 1926
1935 Le marchand de Venise 3 aktes 25 maart 1935, Parijs, Opéra Garnier Miguel Zamacoïs naar William Shakespeare
1936 Beaucoup de bruit pour rien 4 aktes J. Sarment naar William Shakespeare
1949 Le Oui des jeunes filles; orkestratie van Henri Büsser 3 aktes 21 juni 1949, Parijs, Opéra-Comique René Fauchois naar Leandro Fernández de Moratín

Operettes

bewerken
Voltooid in titel aktes première libretto
1914 Miousic;
(samen met: Camille Saint-Saëns, André Messager, en Alexandre Charles Lecocq
2 aktes 22 maart 1914, Parijs Paul Ferrier
1923 Ciboulette 3 aktes 7 april 1923, Parijs Francis de Croisset en Robert de Flets
1930 Brummell 3 aktes 20 januari 1931, Parijs Robert Dieudonné en Rip
1933 Ô mon bel inconnu 3 aktes 12 oktober 1933, Parijs, Théâtre des Bouffes-Parisiens Sacha Guitry
1935 Malvina 3 aktes 1935, Parijs Maurice Donnay en Henri Duvernois

Balletten

bewerken
Voltooid in titel aktes première libretto choreografie
1892 Fin d'amour naar Eugène Berrier
1910 La fête chez Thérèse Catulle Mendès
1911 Le dieu bleu Jean Cocteau en Frédéric de Madrazo Michel Fokine
1912 Le bois sacré
1937-1938 Aux bosquets d'Italie A. Hermant
Voltooid in titel aktes première libretto
1926 Une revue 2 aktes 1926, Parijs Maurice Donnay en Henri Duvernois

Toneelmuziek

bewerken
  • 1925 Degas, spectacle de danses

Werken voor koor

bewerken
  • 1904 L'Obscurité, voor gemengd koor - tekst: Victor Hugo
  • 1908 Prométhée triomphant, koraal voor solisten, gemengd koor en orkest - tekst: Paul Reboux
  • 1926 Noctem Quietam, voor tenor en gemengd koor

Vocale muziek

bewerken

Kamermuziek

bewerken
  • 1896 Pianotrio
  • 1903 Sarabande, thema en variaties voor klarinet en piano
  • 1905 Pavane d'Angelo, voor fluit, piccolo, klarinet, gitaar, harp (of piano) en strijkkwintet naar een drama van Victor Hugo
  • 1906 Variaties over een thema van Mozart, voor fluit en piano
  • 1906 Nocturne, pour violon et piano
  • 1911 Deux improvisations sur des airs irlandais, voor cello en piano
  • 1921 Pianokwintet
  • 1923 Strijkkwintet
  • 1926 Sonate en do majeur, voor viool en piano
  • 1931 Divertissement pour une fête de nuit, voor strijkkwartet
  • 1936 Eglogue, trio voor blazers
  • 1937 Soliloque et forlane, voor altviool en piano
  • 1939 Romance, voor fluite, altviool en cello
  • 1939 Strijkkwartet in a-mineur
  • 1943 Strijkkwartet in F-majeur
  • 1946 Troisième Quatuor (Pianokwartet), voor viool, altviool, cello en piano

Werken voor piano

bewerken
  • 1889 Suite concertante
  • 1890 Les impressions
  • 1891 Notturno alla italiana
  • 1893 3 préludes sur des airs populaires irlandais, voor piano vierhandig
  • 1894-1896 Portraits de peintres, stukken voor piano naar gedichten van Marcel Proust
  • 1917 Le Ruban dénoué, 12 walsen voor twee piano's

Filmmuziek

bewerken
  • 1934 La dame aux camelias - C'est à Paris
  • 1934 Sapho

Bibliografie

bewerken
  • P. Peters: De vergeten muziek van Reynaldo Hahn : "Cher Binchnibuls", "Bininuls Bunimuls", "Gunibuls", "Bugnibuls", Mens en Melodie 49:103-9 Feb 1994
  • Carolyn Barber: An introduction to Reynaldo Hahn's «Le Bal de Beatrice d'Este» (suite pour instruments à vent, deux harpes et un piano), in: «Journal of Band ReSuper Musicalis Weboru (SMW)» (36, 1) 2000, pp 47-64 ISSN 0021-9207
  • Michael Oliver: Hahn's hidden depths, Classic Cd N77:32-3 Sep 1996
  • J. Smith: Portraits of painters : Reynaldo Hahn's "Paulus Potter", Keyboard Classics & Piano Stylist: 15:49+ N1 1995
  • P. Blay, H. Lacombe: A l'ombre de Massenet, Proust et Loti - Le manuscrit autographe de "L'ile du reve" de Reynaldo Hahn, Revue de Musicologie 79:83-108 N1 1993
  • D.L. Spurgeon: The melodies and songs of Reynaldo Hahn, Nats Journal: 47:4-9+ N4 1991
  • Mario Milanca Guzman: Reynaldo Hahn y Teresa Carreno en El Cojo Ilustrado, Inter-American Music Review, 11-2, 1991, pp. 75-84
  • B. Duteurtre: Ciboulette a Nantes, Diapason-Harmonie N369:30 Mar 1991
  • Lorraine Gorrell: Reynaldo Hahn : composer of song, mirror of an era, The Music Review. 46 (1985), pp. 284-301.
  • Claude Chamfray: Reynaldo Hahn, 9. VIII. 1875-27. I. 1947. in: «Courrier Musical de France» (19) 1967.
bewerken