Günther Blumentritt
Günther Alois Friedrich Blumentritt (München, 10 februari 1892 - aldaar, 12 oktober 1967) was een Duits generaal tijdens de Tweede Wereldoorlog en in het laatste oorlogsjaar legerbevelhebber in Nederland.
Günther Blumentritt | ||
---|---|---|
Geboren | 10 februari 1892 München, Duitse Keizerrijk | |
Overleden | 12 oktober 1967 München, Bondsrepubliek Duitsland | |
Rustplaats | Waldfriedhof, München, Duitsland (graf bestaat niet meer)[1][2][3] | |
Land/zijde | Duitse Keizerrijk Weimarrepubliek nazi-Duitsland | |
Onderdeel | Deutsches Heer Vrijkorps Reichswehr Heer | |
Dienstjaren | 1911 - 1945 | |
Rang | General der Infanterie | |
Eenheid | 3. Thüringische Infanterieregiment Nr. 71[4] Infanterieregiment 19. | |
Bevel | Stafchef 4e Leger 25 oktober 1940 - 10 januari 1942 Opperkwartiermeester (OKH) 17 januari 1942[4] - 24 september 1942 Stafchef Opperbevelhebber West 24 september 1942[4] - 9 september 1944 XII SS Korps 20 oktober 1944 - 20 januari 1945 25e Leger 29 januari 1945 - 28 maart 1945 1e Parachutistenleger 28 maart 1945 - 10 april 1945 Armeegruppe Blumentritt 10 april 1945 - 5 mei 1945[4] | |
Slagen/oorlogen | Eerste Wereldoorlog
| |
Onderscheidingen | Zie decoraties |
Algemeen
bewerkenGünther Blumentritt was de zoon van architect Günther Blumentritt (1859-1941), een hoge ambtenaar in München, en Lina Rückart (1868). In 1920 trouwde hij met Mathilde Schollmeyer en hij was vader van twee kinderen.
Militaire carrière
bewerkenIn 1911 trad Blumentritt als vaandrig in militaire dienst. Na de Eerste Wereldoorlog werd hij opgenomen in de Reichswehr. Samen met Generalfeldmarschall von Rundstedt en Von Manstein ontwierp hij de aanvalsplannen op Polen (Fall Weiss). Bij de aanvang van de Tweede Wereldoorlog zat hij in de staf van Heeresgruppe Süd onder commando van Von Rundstedt.
Als stafofficier was Blumentritt vooral actief aan het Westfront. In het laatste oorlogsjaar nam hij enkele commando's op zich, met name de 25. Armee en de 1e Parachutistenleger (1. Fallschirm-Armee). Op 29 januari 1945 werd Blumentritt benoemd tot bevelhebber van het 25e Leger in 'Fort Nederland' en tot feitelijk bevelhebber van alle grondtroepen in Nederland. Hij voorzag dat zijn troepen hier na Arnhem vast zouden komen te zitten, maar verkreeg niet Hitlers toestemming voor terugtrekking.
In juni 1945 werd hij door de Britten gevangengenomen. Tot 1 januari 1948 verbleef hij in krijgsgevangenschap. Na zijn vrijlating was hij actief betrokken bij de ontwikkeling van de Bundeswehr en wijdde hij zich verder aan de militaire geschiedschrijving van de Tweede Wereldoorlog.
Militaire loopbaan
bewerken- Fahnenjunker: mei 1911[5][6][4]
- Fahnenjunker-Unteroffizier: 20 september 1911[5][6]
- Fähnrich: 27 januari 1912[5][6]
- Leutnant: 19 november 1912[5][6][4]
- Oberleutnant: 22 maart 1918[5][6][4]
- Hauptmann: 1 april 1926[5][6][4]
- Major: 1 september 1933[5][6][4]
- Oberstleutnant: 1 april 1936[5][6][4]
- Oberst: 1 oktober 1938[5][6][4]
- Generalmajor: 16 januari 1942[5][6][4]
- Generalleutnant: 1 december 1942[5][6]
- General der Infanterie: 1 april 1944[5][6] - 20 april 1944[4]
Decoraties
bewerken- Ridderkruis van het IJzeren Kruis op 13 September 1944 als General der Infanterie en chef van de Generale Staf van de Heeresgruppe D[7][8][6][4]
- Ridderkruis van het IJzeren Kruis met Eikenloof (nr.741) op 18 februari 1945 als General der Infanterie en waarnemend commandant van het 25e Leger[9][8][6][4]
- IJzeren Kruis 1914, 1e Klasse[4] (18 maart 1916)[6] en 2e Klasse[4] (29 september 1914)[6]
- Medaille Winterschlacht im Osten 1941/42 op 7 juli 1942[8][6]
- Erekruis voor Frontstrijders in de Wereldoorlog[8]
- Gewondeninsigne 1918 in zwart in augustus 1918[6]
- Herhalingsgesp bij IJzeren Kruis 1939, 1e Klasse (29 september 1939) en 2e Klasse (19 september 1939)[8][6]
- Medaille ter Herinnering aan de 13e Maart 1938[8][6]
- Anschlussmedaille
- Dienstonderscheiding van Leger en Marine voor (25 dienstjaren) op 2 oktober 1936[6]
- Duits Kruis (36/2) in goud op 26 januari 1942 als Oberst i.G. en chef van de Generale Staf van het 4e Leger[8][6][4]
- Vorstelijk Schwarzburgs Erekruis, 3e Klasse met Zwaarden op 3 januari 1915[6]
- Ridderkruis in de Huisorde van Hohenzollern met Zwaarden op 7 juli 1918
- Commandeur in de Orde van Verdienste van de Bondsrepubliek Duitsland
- Herinneringsmedaille aan de Oorlog (Oostenrijk) met Zwaarden[6]
- Herinneringsmedaille aan de Oorlog (Hongarije) met Zwaarden[6]
- Herinneringsmedaille aan de Oorlog 1915-1918 (Oostenrijk) met Zwaarden[6]
- Ridder in de Orde van Sint-Sava op 23 oktober 1939[6]
Trivia
bewerken- In de film De langste dag (1962) werd zijn rol gespeeld door Curd Jürgens en was Blumentritt militair adviseur.
- In de film Operation Walküre (1971) werd zijn rol gespeeld door Helmut Oeser
- In de film Een brug te ver (1977) werd zijn rol gespeeld door Hans von Borsody
- In de film Rommel (2012) werd zijn rol gespeeld door Oliver Nägele
Externe links
bewerken- Beschrijving op specialcamp11.co.uk
- Karakterbeschrijving op imdb.com
- Getty Images: kleurenfoto van Günther Blumentritt.
- (de) Fellgiebel, Walther-Peer. Die Träger des Ritterkreuzes des Eisernen Kreuzes 1939–1945 – Die Inhaber der höchsten Auszeichnung des Zweiten Weltkrieges aller Wehrmachtsteile. Friedberg, Duitsland: Podzun-Pallas. 2000, ISBN 978-3-7909-0284-6.
- ↑ http://ejnoomen.home.xs4all.nl/wwgrave.html
- ↑ (en) World War II Graves: Blumentritt, Günther Alois Friedrich. Geraadpleegd op 24 oktober 2019.
- ↑ (en) Find A Grave: Gen Günther Blumentritt. Geraadpleegd op 24 oktober 2019.
- ↑ a b c d e f g h i j k l m n o p q r (de) Lexikon der Wehrmacht: Blumentritt, Günther. Geraadpleegd op 24 oktober 2019.
- ↑ a b c d e f g h i j k l http://www.ritterkreuztraeger.info/rkel/b/EL741Blumentritt.pdf
- ↑ a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z aa ab (en) Axis Biographical Research: DAS HEER, GENERAL, General der Infanterie Günther Blumentritt. Geraadpleegd op 24 oktober 2019.
- ↑ Fellgiebel 2000, p.487
- ↑ a b c d e f g h https://www.tracesofwar.nl/persons/2314
- ↑ Fellgiebel 2000, p.97