Calvé

Nederlands voedingsmerk
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Coldbolt (overleg | bijdragen) op 14 nov 2015 om 00:57. (Geschiedenis)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.

Calvé is een van de Nederlandse merken van het bedrijf Unilever. De merknaam is die van een fabriek in Delft. Na 125 jaar sloot de fabriek in 2008 en werden de gebouwen afgebroken voor toekomstige ontwikkeling. Het bedrijf lag naast de fabriek van Gist-Brocades, de voormalige Koninklijke Nederlandsche Gist- en Spiritusfabriek die ten slotte een onderdeel werd van DSM. In de omgeving van Delft waren de aanduidingen "Calvé-brug(getje)" (een houten ophaalbrug, in 2004 vervangen door de nieuwe Kolenhavenbrug) en "Calvé-fabriek" bij veel mensen een begrip.

Pindakaas is een van de producten van Calvé

Geschiedenis

 
Poster voor Calvé olie, 1930.
 
Affiche van Jan Toorop voor de slaolie van de Nederlandsche Oliefabriek.

De Nederlandsche Oliefabriek (NOF) werd in 1883 te Delft opgericht door Jacques van Marken, eigenaar van de Gist- en Spiritusfabriek, met de bedoeling om olie te produceren uit aardnoten. De letters NOF zijn nog steeds, anno 2015, terug te vinden in het wapenlogo op bijvoorbeeld een pot pindakaas. Het bedrijf produceerde sindsdien sauzen, margarines en tomatenketchup. Aanvankelijk was het bedrijf vooral bekend van de Delftsche Sla-olie die er werd vervaardigd. In 1897 fuseerde de fabriek met de Franse onderneming van de gebroeders Emmanuel en Georges Calvé tot 'Nederlandsche Oliefabrieken (NOF) Calvé-Delft'. In 1928 nam de Margarine UnieUnilever – (opgericht door Van den Bergh & Jurgens) NOF Calvé over van de Erven Van Marken. Calvé Delft werd een houdstermaatschappij van aandelen Unilever.

De eigenaren erkenden in de jaren 30 de dreiging die uitging van nazi-Duitsland en schaften vlak voor de oorlog een aantal moderne zgn. Oerlikon 20mm luchtafweerstukken aan. Deze werden op het terrein van de fabrieken geplaatst. Medewerkers van Calvé konden vrijwillig dienstnemen bij de Landstormkorps Luchtafweerdienst om te worden opgeleid tot luchtafweerschutter. Op 10 mei, de eerste dag van de oorlog, schoot het Calvé-luchtafweergeschut 11 Duitse vliegtuigen uit de lucht. De fabrieken bleven tijdens de oorlog gespaard en konden ,ondanks een ernstig gebrek aan grondstoffen, op een laag peil doorproduceren.

In 1948 begon Calvé-Delft met de productie van pindakaas. De geur werd in Delft een bekend fenomeen. Aangezien bij de extractie van grondnotenolie aardnotenschroot overblijft dat als veevoeder kan worden gebruikt, ontwikkelde zich ook een mengvoederafdeling. Deze fuseerde in 1963 met U. Twijnstra's Oliefabriek N.V. tot UTD.

Op 9 oktober 2007 maakte het Brits-Nederlandse concern Unilever bekend dat de Calvé fabriek in Delft in 2008 zou worden gesloten. Vrijdag 23 mei 2008 rolden de laatste potjes pindakaas van de band. De sluiting van de fabriek vond plaats in het kader van een omvangrijke reorganisatie. De productie van pindakaas werd overgenomen door de Blue Bandfabriek in Rotterdam, ten koste van zo'n 170 banen in Delft. De naam Calvé bleef echter behouden. De sauzenproductie werd verplaatst naar fabrieken in Spanje, Tsjechië en Duitsland.

Producten

Enkele producten die onder de merknaam Calvé in Delft werden geproduceerd:

  • pindakaas
  • (maaltijd)sauzen (begonnen met 'Delftsche slaolie) waarvan vooral de mayonaise bekend is.
  • soep
  • borrelnootjes (een merknaam die soortnaam geworden is, en inmiddels verkocht is aan Duyvis)

Reclamecampagnes

De slaolie werd aan de man gebracht met grote reclame-acties, waarvan de affiches van Jan Toorop bekend zijn gebleven. De jugendstil waarvan hij gebruik maakte werd door deze reclame in Nederland bekend als 'slaolie-stijl', waarmee vooral werd gedoeld op de gestileerde lange haren van de dromerige vrouwen op het affiche. Overigens werden ook andere bekende kunstenaars ingeschakeld voor de slaolie-affiches, zoals G.H. Breitner, Lothar Meggendorfer, Theo Nieuwenhuis, Jan Rinke en Jacques Zon.

De gratis boekjes over de avonturen van Arretje Nof kon men sparen met zegeltjes die men kon vinden op de verpakking om de margarine van de NOF, de Nederlandse Olie Fabriek, de latere fabrikant van Calvé pindakaas. Johan Fabricius schreef en tekende de boekjes in 1926 en 1927 in opdracht van de fabriek.[1]