Alevitisme

stroming in de islam
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Sabri (overleg | bijdragen) op 6 dec 2012 om 02:10.
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Voor de religieuze stroming in Syrië en de Arabische gebieden zie Alawieten.

Het Alevitisme (niet te verwarren met de Alawieten uit Syrië) is een Islamitische minderheidsgroepering in Turkije. Waar in landen als Iran en Irak de bevolking wordt verdeeld in Sunni en Shia moslims, bestaat Turkije voornamelijk uit Sunni en Alevi moslims. Alevieten worden daarom ook wel eens beschreven als de ‘Turkse versie’ van de Sjieeten of als kizilbasj. Alevieten zelf claimen ook dat zij van de Sjieeten komen, maar dan zonder extreme politieke en soennitische invloeden. Net als de Sjieeten zijn de Alevieten van mening dat de directe opvolger van de Profeet Mohammed zijn neefje en schoonzoon Ali ibn Aboe Talib moest zijn en net als de Sjieeten geloven de Alevieten in de twaalf imams. Zowel de Sjieeten als de Alevieten worden beschreven als volgers van de Ahl al-Bayt (Ehlibeyt, bestaande uit de Profeet Mohammed, Fatima, Ali, Hassan en Hussein). Het grootste verschil tussen de Soennieten en Alevieten is dat de Soennieten erin geloven dat de moslimgemeenschap na de dood van de Profeet zelf mag bepalen wie hun nieuwe religieuze leider wordt, terwijl volgens de Alevieten en Sjieeten dit alleen door God bepaald kan en mag worden. Qua beleving lijkt het Alevitisme als twee druppels water op het Soefisme. Zij geloven erin dat zij de Islam in meest zuivere vorm zijn omdat zij zich als enige aan de ‘mystieke’ interpretatie van de Koran houden als beschreven door de twaalf imams.

Islam
Allah logo.svg
Geloof

Eenheid van God · Profeten
Gezonden geschriften · Engelen · Dag des Oordeels

Praktiseren

Getuigenis · Gebed · Vasten
Liefdadigheid · Pelgrimstocht

Stromingen

Soennisme · Sjiisme · Ahmadiyya
Kharidjisme · Soefisme
· Koranisme

Teksten en wetten

Koran · Soenna · Hadith · Fiqh · Sharia · Kalam

Feest- en gedenkdagen

Asjoera · Suikerfeest · Offerfeest · Ramadan · Laylat al-Qadr · Laylat al-Miraadj · Nieuwjaar · Mawlid an-Nabi

Cultuur en samenleving

Architectuur · Kunst · Moskeeën · Studies

Portaal  Portaalicoon   Islam

De aanhangers het Alevitisme worden in Nederland Alevieten of Alevi’s genoemd. Het Alevitisme komt vooral voor in grote delen van Turkije (volgens wetenschappelijke schattingen zijn 15 tot 20 miljoen inwoners van het land alevitisch[1]), en met de gastarbeidersstromen uit de jaren 60, 70 en 80 van de vorige eeuw, ook in de Benelux en de Duitstalige landen. Zowel talrijke Turken alsook talrijke Koerden behoren tot de alevitische geloofsgemeenschap binnen de sjiitische islam. Vanouds is het alevitisme binnen Turkije vooral sterk vertegenwoordigd in het midden en oosten van Anatolië alsook door migratie in enkele stedelijke centra zoals Istanboel, en zeer zwak tot niet vertegenwoordigd in de Egeïsche Zee-regio. Alevieten vormen echter een minderheid binnen de totale bevolking van Turkije, slechts in enkele districten vormen zij een meerderheid. Soennitische moslims vormen de grootste religieuze groepering in Turkije. Uitsluitend in de provincie Tunceli (Koerdisch: Dersim, Zazaki: Dêsım) vormen alevieten een meerderheid van de bevolking aldaar (hoofdzakelijk etnische Zaza). Sommige wetenschappers en geleerden claimen dat de éérste moslims in Turkije ook Alevi waren, zij waren afkomstig van de Turkmenen.

Etymologie en oorsprong

Het is niet geheel duidelijk waarop de herkomst van het woord 'Alevi' is terug te brengen. Volgens geleerden is het een benaming dat eeuwen geleden door de Turkse Soennieten aan de Turkse Sjieeten werd gegeven. Tegenwoordig worden Sjieeten en Alevieten in Turkije echter wel apart aangeduid, vanwege hun verschillen in beleving en praktisering.

Alevieten zelf geven aan dat het woord Alevi een samenstelling is van de woorden ‘Ali’ en ‘Evi’, wat ‘Huis van Ali’ betekent. Deze term verwijst naar de moslims die na de dood van de Profeet Mohammed weigerden om Aboe Bakr te volgen en zich bonden aan het ‘Huis van Ali’.


Een andere verklaring is dat het woord Alevi de Turkse transliteratie van het Arabische Alawī (Arabisch: علوي) is. Het Turkse alfabet kent geen w, de v wordt uitgesproken als w. Het Arabische Alawī is weer een verbastering van de Arabische naam Ali, hetgeen duidt op de Islamitische kalief Ali ibn Aboe Talib.


Etniciteit en linguïstiek

 
Spreiding alevitisme in Turkije. In gebieden waar traditioneel veel Zaza's en Koerd-alevieten voorkomen, is het alevitisme wijdverbreid. Er is blijkbaar een correlatie met etniciteit en het alevitisme. Dersim (Zazaki: Dêsım) was de laatste regio in Turkije die niet onder heerschappij van de Ottomaanse heersers stond. Nadat in de jaren 30 van de 20e eeuw de autonome status van deze streek bruut werd neergeslagen, werd de naam ervan veranderd in Tunceli (meest donkerblauwe provincie op de kaart). Het relatief hoog percentage in Istanboel en aan de west- en zuidkust, is te verklaren door modernere migratiestromen. [bron?]

Mensen kunnen zich identificeren met de etniciteit die men heeft, de taal die men spreekt, de nationaliteit waartoe men behoort en de religie die men aanhangt. Hieraan kunnen mensen hun identiteit ontlenen. In Turkije hebben de meeste mensen een Turkse etniciteit, spreken Turks van huis uit en hangen de soennitische islam aan. Dit vormt de meerderheid. Alles buiten deze groep vormt een minderheidsgroepering.

Ook onder de Zaza's is het alevitisme wijdverbreid. Koerden en Zaza's hebben bovendien elk hun eigen taal, respectievelijk het Koerdisch en het Zazaki, waardoor het alevitisme tevens gedifferentieerd is naar etniciteit en taal. Dit leidt tot verschillende etnisch-culturele minderheden die in deze regio voorkomen.

In deze context spreekt men vaak in termen als Turkse-alevieten, Zazaki-alevieten, Koerdische-alevieten of kortweg als Koerd-alevieten. Binnen deze groepen kunnen weer min of meer karakteristieke volkenkundige groepen voorkomen. Bijvoorbeeld, de Tahtacı zijn alevitische Turkse nomadengroepen die aan de west- en zuidkust van Turkije voorkomen. Alevitische geleerden zijn echter van mening dat het fout is om etniciteit te betrekken bij het geloof. “Elk mens die God, de Koran en het recht op kaliefschap binnen de Ahl al-Bayt] erkent kan Alevi zijn. Een Alevi moslim maakt geen onderscheid tussen mensen van verschillende afkomst. In een Alevi gebedshuis is iedereen broeder en zuster van elkaar. Zaken als politiek en etniciteit dienen buiten het gebedshuis te worden gelaten.”

Religieuze concepten

Om een Alevi te zijn dient men te voldoen aan de volgende vijf punten:

  • Je bent een onderdaan van God (de God van Abraham, Noach, Mozes, Jezus en Mohammed)
  • Je behoort tot de oemma van de Profeet Mohammed;
  • Je geloof is de Islam;
  • Je boek is de Koran
  • Je bent een volger en voorstander van de ‘’’Ahl al-Bayt’’’.

In een cem (wekelijkse religieuze bijeenkomst van de Alevieten) hoort men vaak de woorden: “Ya Allah, Ya Muhammed, Ya Ali” (O’ God, O’ Mohammed, O’ Ali). Het credo voor het dagelijks leven en tijdens religieuze bijeenkomsten benadrukt, luidt veelal: “La ilahe illallah, Muhammedden Rasulullah, Aliyyen Veliyullah” (Er is geen andere god dan God, Mohammed is Zijn Boodschapper, Ali is zijn Wali). Deze geloofsbelijdenis is ook van toepassing bij de Sjieeten. Het woord wali, in het turks vertaald als ‘veli’, heeft meerdere betekenissen. Het wordt vaak vertaald als ‘beschermer’, ‘bewaarder’, ‘helper’ of ‘leider’. Alevieten geloven er namelijk in dat Ali de heilige authoriteit van God heeft gekregen om na de dood van Mohammed de juiste leiding te geven aan de oemma. Dit baseren ze op authentieke hadith (ook uit sunni-bronnen, zie het boek Peshawar Nights) en op Koran verzen. Volgens de Sjieeten en de Alevieten heeft de Profeet Mohammed de volgende uitspraken gedaan over Ali: “Ik ben de stad van kennis/wetenschap, Ali is de deur ervan” “Wie Ali volgt, volgt mij. Wie mij volgt, volgt God. Maar voorwaar, wie een vijand is van Ali, is ook een vijand van mij. En mijn vijand is ook de vijand van God.”

“Mijn Ahl al-Bayt (waar Ali ook toe behoort) is als de Ark van Noach. Wie aan boord gaat, zal redding vinden. De rest zal dwalen.”

Wie dus God via de Profeet Mohammed wil bereiken, moet dit via Ali doen.

Ook hoort men vaak uitspraken van Alevi-heilige en soefi-mysticus Haci Bektash Veli. ‘Wees de meester over je handen, tong en driften’. Voor velen staat dit synoniem aan niet stelen, geen doodslag, niet liegen, geen kwaadsprekerij, huwelijkse trouw etc. De volgende religieuze concepten komen voor of kunnen voorkomen:

De Twaalf Imams

Volgens de Alevieten was het de bedoeling dat na de Profeet Mohammed de oemma 12 kaliefen (imams) moest volgen, waarvan Ali de eerste is. Alle twaalf imams zijn van de Ahl-al Bayt bloedlijn. De overige 11 imams zijn de kleinkinderen van de Profeet. 1. Ali (neefje en schoonzoon van Mohammed, wordt ook belangrijk gezien in elke Soefi-stroming) 2. Hasan (zoon van Ali) 3: Hüseyin of Husayn (zoon van Ali) 4. Zeynel Abidin (zoon van Husayn) 5. Muhammad Baqir (zoon van 4e imam) 6. Cafer-i Sadik of Jaffar as-Sadiq (zoon van 5e imam) 7. Musa al-Kazim (zoon van 6e imam) 8. Ali Riza ( zoon van 7e imam) 9. Muhammed Taki (zoon van 8e imam) 10. Ali al-Hadi of Ali Naki(zoon van 9e imam) 11. Hasan al-Askeri (zoon van 10e imam) 12. Mahdi of Mehdi (zoon van de 11e imam).

De 12e imam Mahdi wordt zowel door de Soennieten als de Alevieten erkend, als de bevrijder die samen met de Profeet Jezus zal verschijnen vlak voor de Dag des Oordeels. Deze imam is de enige van de twaalf imams die niet is vermoord door de orthodoxe meerderheid van de Islamitische oemma. De dood van de 3e imam Hussein in Karbala wordt als de ergste dood en grootste opoffering voor de Islam gezien en wordt bij elke Alevi bijeenkomst herdacht. Zie: Slag bij Karbala.

Naast de Koran volgen de Alevieten ook een boek geschreven door de zesde imam, de ‘’’buyruk’’’ van imam Cafer-i Sadik. Deze imam wordt ook door de soennieten gezien als een briljant geleerde en wordt ook belangrijk gezien binnen het Soefisme. Voor uitgebreider info over de twaalf imams, zie de engelse Wikipedia pagina 'The Twelve Imams'.

Overleveringen (hadith) over de twaalf imams: De Profeet (saws) zei; - "Ik en Ali en al-Hasan en al-Husayn en negen van de nakomelingen van al-Husayn zijn de gezuiverden en de onfeilbaren." [al-Juwayni, Fara'id al-Simtayn, (Beirut, 1978), pagina 160. Het is zo dat al-Juwayni’s grootheid als een geleerde van hadith getuigd is door al-Dhahabi in Tadhkirat al-Huffaz, volume 4, pagina 298, en ook door Ibn Hajar al-‘Asqalani in al-Durar al-Kaminah, volume 1, pagina 67] - "Ik ben de leider van de Profeten en ‘Ali ibn Abi Talib is de leider van de opvolgers, en na mij zal ik 12 opvolgers hebben, de eerste van hen is ‘Ali ibn Abi Talib en de laatste van hen is al-Mahdi." [al-Juwayni, Fara'id al-Simtayn, page 160] - "Al-Mahdi is één van ons Ahl al-Bayt" en "al-Mahdi zal van mijn familie zijn, van de nakomelingen van Fatima" Wat is er zo bijzonder aan de Familie van de Profeet (saws) ? Toen de vers [I]"(O Muhammad) Zeg, 'Ik vraag u geen loon voor (mijn prediking), behalve liefde van verwanten.'" (42:23) was geopenbaard, vroegen de Moslims aan de Profeet: "Wie zijn deze nabije families van u wiens liefde verplicht op ons is?" Hij beantwoordde; "'Ali, Fatima, en hun twee zonen." - al¬Hakim al¬Naysaburi, al¬Mustadrak `ala al-Sahihayn, volume 2, pagina 444 - al-Qastallani, Irshad al-Sari Sharh Sahih al-Bukhari, volume 7, pagina 331 - al-Suyuti, al-Durr al-Manthur, volume 6, pagina 6-7 - al-Alusi al-Baghdadi, Ruh al-Ma’ani, volume 25, pagina 31-2 De positie van waardigheid en deugdzaamheid van de Ahl al-Bayt was verder bevestigd door de Qur’an tijdens de discussie met de Christenen van Najran. Toen de volgende vers was geopenbaard "Zou men nu met u over hem (Jezus) redetwisten, nadat de kennis tot u gekomen is, zeg dan: "Kom, laat ons onze kinderen en uw kinderen en onze vrouwen en uw vrouwen en ons volk en uw volk roepen; laat ons daarna vurig bidden en de vloek van God roepen over degenen, die liegen.." (3:61), de Profeet (saws) riep ‘Ali, Fatima, al-Hasan en al-Husayn en zei: ‘O Allah, dit is mijn Familie (Ahli)’. - Muslim, al-Sahih, (English translation), boek 031, nummer 5915 - al¬Hakim al¬Naysaburi, al¬Mustadrak `ala al-Sahihayn, volume 3, pagina 150. Hij verklaart dat het sahih is in navolging van de criteria van al-Bukhari en Muslim. - Ibn Hajar al-‘Asqalani, Fath al-Bari Sharh Sahih al-Bukhari, volume 7, pagina 60 - al-Tirmidhi, al-Sahih, kitab al-manaqib, volume 5, pagina 596 - Ahmad b. Hanbal, al-Musnad, volume 1, pagina 185 - al-Suyuti, History of Khalifas Who Took The Right Way, (London, 1995), pagina 176


Bektasisme

In de 13e eeuw leefde in Anatolië de soefi-meester Haci Bektasi Veli. Zijn soefi-orde is verder doorgegaan als het bektasisme en is ook verspreid in delen van de Balkan. De leer van Haci Bektasi Veli kenmerkt zich door een religieus-humanistisch wereldbeeld en een islamitisch-spirituele exegese van de Koran en de islam. Bekend is zijn 'Vier deuren en veertig treden'-principe om tot God te komen, de goddelijke staat te bereiken of om verlichting (de verlichte mens) te realiseren. Zijn humanistisch wereldbeeld en islamitisch-spirituele leer is door vele alevieten overgenomen. Tegenwoordig spreekt men zelfs van een bektasisch-alevitische synthese en zijn voor velen deze woorden synoniem aan elkaar. Alevieten bezien zich als de hoeders van de leer van Haci Bektasi Veli.

Sjiitische islam

“Het islamitische karakter van het alevitisme is onmiskenbaar als men kijkt naar de hymnen, gebeden, de cem', enzovoorts. Het alevitisme wordt vaak tot de sji’itische islam gerekend” [2]. “De Buyruk wordt aan de zesde Imam Djafar as‐Sadik toegeschreven, dit is een boek dat de regels en rituelen van het Alevitisme beschrijft” [2]. Het alevitisme als een syncretische islamitische stroming onderscheidt zich in veel opzichten van de twee hoofdstromen van de islam, de soennitische en sjiitische islam. Dit laat zich zien in de eigenzinnige levensopvatting, religieuze uiting en culturele bewustwording. Hoewel de Koran voor vele alevieten ook als een heilig boek geldt, wordt de inhoud ervan op onderdelen anders geïnterpreteerd (dan door soennieten en sjiieten), betwist en zelfs verworpen. Daarnaast verwerpen alevieten grotendeels de Hadiths. De liberale stroming van de islam betekent zodoende voor alevieten het niet erkennen van onder meer de Heilige Oorlog, vijf maal daags bidden en de positie van de moskee. Ook wordt er sterk afgeweken van islamitische gebruiken zoals het vasten tijdens de ramadan, bidden in de moskee en de pelgrimstocht naar Mekka.

De alevieten kennen geen moskeeën, bidden niet als moslims, gaan niet op pelgrimage naar Mekka, vasten niet tijdens de islamitische vastenmaand ramadan en dragen geen hoofddoeken. Toch zijn er adaptaties gemaakt uit de islam, en dan vooral uit de sjiitische islam. Er dient te worden opgemerkt dat de sjiieten bovenstaande islamitische uitgangspunten wel praktiseren. De alevieten dienen dus ook niet gelijk te worden gesteld aan de sjiieten. De alevieten verschillen op zich net zoveel van de sjiieten als van de soennieten. Een kleine opsomming:

  • Net als de sjiieten vinden de alevieten dat m.b.t. het soennitisch-sjiitische schisma de schoonzoon en neef van Mohammed, zijn rechtmatige opvolger diende te zijn en is.
  • In de sjiitische islam is er in februari een vastenweek. Ook vele alevieten doen hieraan mee. In deze vastenweek wordt o.a. de dood van de zonen van Ali herdacht, die in de soennitisch-sjiitische schisma-oorlog zouden zijn vermoord. Sjiieten bezien de zonen van Ali daarmee als martelaren. In Iran waar de sjiitische islam wijdverbreid is, gaat dit soms gepaard met processies en zelfkastijding. De alevieten kennen zoiets niet.
  • In de zogenoemde cems worden Ali en zijn zonen ook geëerd en herdacht.

Engelenverering

Bij veel alevieten komt engelenverering voor. Dierbare overledenen kunnen als beschermheilige optreden in het leven van een goed mens. In dit kader valt ook het geloof in de mythe van hızır (Xızır, gızır, hıdır, ghıdır, khidr, khidir). Dit is een wijdverbreide overtuiging die ook bij andere christelijke, Arabische (al-khidr) en islamitische groepen uit het Midden-Oosten voorkomt. Van streek tot streek en van groep tot groep wordt er een andere betekenis aan de mythe van 'hıdır' gegeven. Zo zou volgens vele alevieten 'hıdır' of 'hızır' een engel zijn in de vorm van een oude wijze man, die mensen zou beschermen tegen een concreet gevaar of behoeden van de dood. Veel alevieten kennen een driedaagse vastenperiode in februari ter wille van en als eerbetoon aan deze beschermheilige.

Sjamanistische en animistische concepten

De alevieten kennen religieus-spirituele dansen, de zogenoemde sema's of semahs. Deze dansen verschillen van streek tot streek en worden opgevoerd tijdens de zogenoemde cems, de religieus-sociale bijeenkomsten. Vaak wordt er rondom een vuur gedanst en zijn er bepaalde bewegingen van handen en armen. Alevieten leiden deze bewegingen af van kraanvogels en geven verschillende betekenissen aan deze dansen en bewegingen. Zo zouden ze voor vele alevieten het leven, het universum of het in contact staan met God of het goddelijke symboliseren. De dansen worden vergezeld van muziek bespeeld op een snaarinstrument, namelijk de saz. Tegenwoordig worden de sema's steeds vaker als een culturele dans opgevoerd in plaats van een religieuze dans. Ook zouden vele jongere generaties niet meer weten hoe een sema wordt gepraktiseerd.

Daarnaast ontkennen vele alevieten niet het principe van reïncarnatie en/of dat alles bezield is of een ziel heeft (bomen, bergen, heuvels, gesteentes, rivieren e.a.). Samen met de islamitische verwevingen spreekt men in deze context ook wel van volksislam.

Natuurlijke concepten als gelukbrengers

Veel bomen en diersoorten worden bezien als gelukbrengers, bijvoorbeeld de kraanvogel. Niet alleen onder de alevieten heeft de kraanvogel een bepaalde symbolische waarde, maar ook onder andere volkeren. Sinds de oudheid heeft de kraanvogel al een bepaalde mythe over zich.

Cem

Een cem is te karakteriseren als een alevitische religieuze bijeenkomst. Cems zijn zeer syncretisch van karakter en zeer plaatsgebonden. Vandaar zijn er grote verschillen tussen de cems en is het lastig een uniforme omschrijving ervan te geven. Zo zien we alle bovenstaande religieuze concepten min of meer terug in een cem. Bijvoorbeeld, islamitisch sjiitische opvattingen die verweven zijn met bektasische concepten of andere (streekgebonden) gebruiken. Mystieke dansen als de sema en natuurelementen als vuur spelen vaak een rol.

In plaats van religieuze bijeenkomsten is het beter te spreken van sociaal-religieuze bijeenkomsten, omdat het ook sociale dimensies heeft. Zo worden tijdens een cem geschillen tussen personen uit de gemeenschap bijgelegd. Er kan zelfs besloten worden personen uit de gemeenschap te verbannen. Een verbanning geldt als de zwaarste straf door de gemeenschap uitgesproken. In deze context spreekt men ook wel van cemrechtspraak. Daarnaast kunnen families voor andere families dienen als een soort van 'peetfamilie' (müsaphilik). De oorsprong hiervan heeft waarschijnlijk te maken met bestaansfuncties uit een nomadisch verleden. Een peetfamilie heeft namelijk als functie de ander bij te staan. Bijvoorbeeld in economisch slechte tijden, zoals een slechte oogst. Ook heeft men de plicht ervoor te zorgen dat de ander niet op het slechte pad raakt. Het aangaan van een peetfamiliaire broederschap gebeurt op een vrijwillige basis.
Het is niet geheel duidelijk waarop het woordje cem is terug te brengen. Het zou kunnen zijn afgeleid van het woordje 'çema' (ons huis, Kirmanci), 'djemm' (Perzisch) of 'cemaat' (Arabisch). Min of meer is het terug te brengen tot '(ergens) samenkomen'. Cems werden in dorpen binnen gehouden of zelfs buiten. Tegenwoordig zijn er voor dit doel de zogenoemde cemhuizen (vaak onjuist als ‘alevitische moskeeën’ geïnterpreteerd). Vaak werden cems gehouden ten tijde van volle maan. Hiervan is waarschijnlijk het begrip ay’in- cemi (de maan, maand) afgeleid.
Tegenwoordig worden cems door de verschillende gemeenschappen, zij het in de diaspora, veel minder opgevoerd. Bijvoorbeeld één of twee keer per jaar. Een cem wordt geleid door een zogenoemde dede (grootvader in het Turks). Waarschijnlijk is dit terug te brengen op het feit dat een stamoudste of de oudste uit een gemeenschap een cem leidde. Vrouwen kunnen ook dede worden, alhoewel dit niet veel voorkomt. Deze worden dan aangeduid met Ana (Moeder). Deze dede gaf zijn inzichten weer door aan zijn zoon, die op een gegeven moment ook een dede werd. Daarmee ontstond een lijn van dede’s die werden geassocieerd met een bepaalde streek, de zogenoemde 'ocaklar' (haard in het Turks). In Turkije is een confederatie van dede’s in het leven geroepen, waarmee men getracht heeft de cems te uniformeren. Dit heeft wel geleid tot een verdergaande islamisering van de cems. Dede’s kunnen tegenwoordig ook beschouwd worden als ‘alevitische geestelijken’. Zo worden ze ingehuurd als prekers tijdens overlijdensceremonies of als sprekers tijdens lezingen.

Poëzie en liederen

Een belangrijk onderdeel van het alevitisme komt tot uiting in de alevitische poëzie en liederen. Dichters, zangers en musici worden onder alevieten hoog aangeslagen. Volksmuziek is sterk gerelateerd aan de alevieten. Er zijn veel volksdichters en volkszangers, die met hun poëzie, literatuur, zang en muziek een belangrijke bijdrage leveren aan de Turkse cultuur. De muziek komt ook tot uiting in de religieuze bijeenkomsten zoals de cem en de sema. Bekend zijn de gedichten en liederen die aan Pir Sultan Abdal worden toegeschreven. Een prominent volksdichter en volkszanger uit de 20e eeuw is bijvoorbeeld Aşık Veysel Şatıroğlu. Dit soort muziek wordt vaak geschaard onder Anatolische volksmuziek en is door de vele streekgebonden tradities en etnische invloeden zeer gevarieerd van stijl. Het muziekinstrument daarbij is veelal een luitachtig snaarinstrument met een peervormige klankkast (saz, bağlama e.d.). Van streek tot streek werden deze snaarinstrumenten net iets anders in elkaar gezet (gefabriceerd), waardoor ze in omvang en grootte van elkaar kunnen verschillen. Andere veelvoorkomende muziekinstrumenten zijn blaasinstrumenten (ney, mey, kaval, zurna) en slaginstrumenten (davul). Niet echt eigen aan de alevieten, maar zeker niet onbekend is de viool (Armeense en Griekse invloeden).

Onderdrukking

De alevieten zijn in Turkije altijd een minderheid geweest in een door (soennitische) moslims gedomineerd land. Hoewel de positie van de alevieten het afgelopen decennium verbeterd is, zijn de alevieten en het alevitisme nog steeds onderworpen aan een strenge minderhedenpolitiek (assimilatiepolitiek). In het verleden zijn de alevieten ernstig gediscrimineerd en onderdrukt wegens hun cultuur en hun vrijzinnige geloofsovertuiging. Berucht zijn de genocides op de alevieten gepleegd onder het Ottomaans bewind van Yavuz Sultan Selim en de genocides en deportaties in Dersim en aanliggende streken in de jaren dertig van de 20e eeuw, na de opstand van Dersim. Ook de pogroms op de alevieten uit de jaren 70, begin jaren 80, zoals de pogrom van Kahramanmaras in december 1978 en de pogrom van Çorum in mei 1980, hebben diepe sporen achtergelaten. Van recentere datum is het bloedbad van Sivas uit 1993. Sinds enkele jaren is het beleid aangaande de minderheden versoepeld, mede als gevolg van de toenemende kritiek op de mensenrechten en de culturele en religieuze vrijheden van de minderheden in Turkije vanuit de Europese landen[3]. Zo is er internationaal ook veel aandacht voor de Armeense genocide en de mensenrechtenkwestie aangaande de Koerden, maar ook de pogroms op de Grieken en Arameeërs krijgen meer en meer aandacht.

Alevieten wijzen op het feit dat er nog steeds veel vooroordelen over ze bestaan en er nog veel discriminatie in de Turkse samenleving aanwezig is. Ook zou hun identiteit bewust ten koste van de soennitische islam worden genegeerd. Bijvoorbeeld, de Turkse overheid hanteert verplicht islamitisch godsdienstonderwijs. Ook zijn vele zogenoemde cemhuizen in alevitische dorpen en wijken verboden, maar worden er her en der moskeeën geplaatst. Iets waar de alevieten niets aan hebben, omdat de alevieten de moskeeën niet als gebedshuizen erkennen. Het argument van de Turkse overheid daarbij is dat alevieten moslims zijn en deze voorzieningen dus ook voor hen bedoeld zijn[4]. Alevieten bezien dit als een ontkenning van hun culturele en religieuze identiteit en spreken van een assimilatiepolitiek. Alevieten streven ernaar om op basis van gelijkheid, zonder gediscrimineerd of vervolgd te worden, aan het culturele, sociale en politieke leven van Turkije deel te kunnen nemen en zowel een economisch[5] als cultureel positieve bijdrage hieraan te kunnen leveren.

Zie ook


notitiezz:

Een prominent figuur in het alevitisme is de mysticus Haci Bektasi Veli