Rechtshandigheid
Met rechtshandig worden mensen aangeduid die als voorkeurshand hun rechterhand hebben. Meestal, maar niet altijd, zijn ze ook rechtsvoetig en rechtsogig. Rechtsvoetig of rechtsbenig wil zeggen dat ze hun rechtervoet gebruiken om bijvoorbeeld tegen een bal te schoppen of hoog te springen. Rechtsogig betekent dat ze hun rechteroog gebruiken als meesteroog om bijvoorbeeld te mikken met een geweer of om door de lens van een microscoop te kijken.
De oorzaak van rechts- of linkshandigheid is onbekend, maar erfelijkheid lijkt een rol te spelen. Rechts- of linkshandigheid ontwikkelt zich bij de mens vanaf het zesde levensjaar (lateralisatiefase) en hangt samen met de verschillen in specialisatie van de hersenhelften (lateraliteit). Het hebben van een voorkeurshand heeft tot gevolg dat allerlei vaardigheden uitsluitend met de voorkeurshand worden aangeleerd en deze hand zich veel sterker ontwikkelt dan de andere hand. Dit uit zich in een betere motoriek: de voorkeurshand heeft sterker ontwikkelde spieren die beter bestuurbaar zijn en meer kracht hebben. Voorbeelden:
- Schrijven wordt alleen aangeleerd met de voorkeurshand. De andere hand leert dit niet en kan dan ook nauwelijks schrijven. Toch is gebleken dat mensen die hun voorkeurshand ineens niet meer kunnen gebruiken, redelijk tot vrij goed met de andere hand kunnen leren schrijven, ook al bereiken ze niet het niveau van de voorkeurshand.
- Professionele tennisspelers hebben een zichtbaar dikkere (onder)arm aan de kant van hun voorkeurshand omdat vooral met deze hand en arm wordt getennist en getraind.
In tegenstelling tot de meeste diersoorten, die geen voorkeur lijken te hebben voor het gebruik van de rechter- of linkerledematen, is de mens meest rechtshandig. Naar schatting 85 tot 90 procent van de mensheid is rechtshandig [1]. Het fenomeen dat sommige mensen geen voorkeurshand hebben en bijvoorbeeld kunnen schrijven met rechts én links wordt tweehandigheid of ambidextrie genoemd.
Daar de meeste mensen rechtshandig zijn worden de meeste belangrijke taken met de rechterhand verricht. Dit geldt met name voor schrijven, de hand geven, en eten. Omdat het niet smakelijk en onhygiënisch is iemand de hand te geven, te eten of te schrijven met een hand waarmee men bijvoorbeeld net de billen heeft afgeveegd, werden de meeste 'onsmakelijke' taken als hoesten, niezen en billen afvegen gereserveerd voor de linkerhand. Hierdoor werd de rechterhand 'rein' en de linkerhand 'onrein'. De rechterhand wordt daarom ook in de filosofie, religie en mythologie meestal als goed aangeduid en de linker als slecht. In de moderne samenleving komt het erop neer dat meeste gebruiksvoorwerpen zijn voor rechtshandigen ontworpen, wat voor linkshandigen een aantal problemen kan opleveren. Voor linkshandigen betekent dit in veel gevallen dat ze zich aan de rechtshandige meerderheid moesten aanpassen.
Zie ook
Referenties
- ↑ C. Porac and S. Coren. Lateral preferences and human behavior. New York: Springer-Verlag, 1981. (88% heeft voorkeur voor rechterhand)