Halfafzinkbaar schip
Er zijn meerdere types half-afzinkbare (eng.:semi-submersible) schepen. Eén type is het zwaar transportschip. Deze worden gebruikt voor de offshore industrie, het vervoer van projectlading en van jachten. Hierbij wordt het schip afgezonken, zodanig dat het dek grotendeels onder water staat. Op de manier kan de drijvende lading boven het dek gesleept worden, waarna het schip weer ontballast wordt.
Een ander type vindt zijn oorsprong in de offshore boring. Dit werd in de jaren zestig in de Golf van Mexico ontwikkeld. Het bestaat uit meerdere uit elkaar geplaatste pontons. Hierop zijn kolommen geplaatst met daarop het dek. Door zover af te zinken dat de pontons onder water zitten, wordt het effect van zeegang en deining verminderd.
Types
Zware lading transport
Er zijn twee types zwaar transportschepen; het open dek schip en het dokschip.
Open dekschip
Het open dekschip heeft een zeer groot werkdek, dat na het afzinken vrijwel geheel onder water staat, met uitzondering van de accommodatie en de schoorstenen. Hierdoor kunnen zeer grote drijvende constructies geladen worden, zoals olieplatforms, andere schepen en projectlading.
De Amerikaanse marine heeft zulke schepen gebruikt om twee beschadigde oorlogsschepen terug te brengen naar de Verenigde Staten voor reparatie. De eerste was het fregat USS Samuel B. Roberts (FFG-58), dat bijna tot zinken was gebracht door een zeemijn in de Perzische Golf op 14 april 1988. Het fregat werd naar Dubai gesleept. Daar werd het geladen op de later gezonken Mighty Servant 2 van Dockwise, die het naar Newport, Rhode Island in de Verenigde Staten bracht.[1]
Twaalf jaar later bracht de Blue Marlin, eveneens van het in Breda gevestigde Dockwise, de USS Cole (DDG 67) van Aden, Jemen naar Pascagoula, Mississippi, nadat het oorlogsschip zwaar beschadigd was na een bomaanslag op 12 oktober 2000.
In 2004 werd het grootste semi-submersible olieplatform, BP's Thunder Horse, door de speciaal hiervoor vergrote Blue Marlin van de DSME werf in Korea naar een werf in Corpus Christi, Texas in de Verenigde Staten.
Dokschip
Een dokschip is te vergelijken met een drijvend dok. Als het afgezonken is, kunnen schepen via de achterkant naar binnen varen. Dit type schip wordt veel gebruikt voor het transport van jachten. De Koninklijke Marine heeft twee van zulke schepen voor het vervoer van landingsvaartuigen, namelijk Hr. Ms. Rotterdam en Hr. Ms. Johan de Witt.
Pontons
Daarnaast zijn er nog de half-afzinkbare bakken, of pontons, vergelijkbaar met de open dek schepen, maar zonder eigen voortstuwing uitgerust.
Offshore drilling
Een ander type semi-submersible vindt men in de offshore drilling. Shell's Bruce Collip wordt beschouwd als de uitvinder[2]. Toen de boring zich naar steeds dieper water verplaatste in de Golf van Mexico, werden eerst booreilanden (jack-up's) gebruikt. Later werden platforms gebruikt die naar locatie werden gesleept en daarna afgezonken tot ze rusten op de zeebodem. De eerste semi-submersible werd per ongeluk uitgevonden in 1961. Blue Water Drilling Company bezat de uit vier kolommen bestaande afzinkbare Blue Water Rig No.1. Ze gebruikten deze voor Shell Oil Company in de Golf van Mexico. Omdat de pontons niet genoeg drijfvermogen hadden om het totale gewicht van het rig te ondersteunen werd het naar locatie gesleept op een diepgang tussen de bovenzijde van de pontons en de onderzijde van het dek. Men merkte op dat de bewegingen op deze diepgang gering waren vergeleken met conventionele schepen. Blue Water Drilling en Shell besloten gezamenlijk het platform drijvend te gebruiken voor boring. Sindsdien worden semi-submersibles specifiek ontworpen voor de offshore industrie. Ze worden op positie gehouden door middel van ankers of dynamic positioning.
Kraanschepen
Hierna werden de voordelen al gauw ingezien voor de offshore constructie. In 1978 introduceerde het Leidse Heerema de kraanschepen Balder en Hermod. Deze Semi Submersible Crane Vessels (SSCV's) bestaan uit twee pontons met elk drie kolommen, waar het dek op rust. Hierna kwamen ook J. Ray McDermott en Saipem met SSCV's, wat uitmondde in de werkpaarden DB-102 (nu Thialf) en Saipem 7000, in staat om respectievelijk 14.200 en 14.000 ton te hijsen.
Tijdens een oversteek wordt een SSCV ontballast tot een diepgang waarbij de pontons gedeeltelijk boven water uitkomen. Tijdens hijswerkzaamheden wordt er dusdanig geballast dat de pontons ruim onder water zitten. De benodigde stabiliteit wordt verkregen door de kolommen ver uit elkaar te plaatsen, waardoor het mogelijk is de enorme gewichten te hijsen.
Toeristenindustrie
Een voorbeeld van dit type was de voormalige Submarine Voyage, onderzeetocht, in Disneyland. Hierbij werd gebruikgemaakt van een vaartuig dat leek op een onderzeeër. De passagiers zaten onder de waterlijn, waar zich raampjes bevonden. Dit type wordt gebruikt om koraalriffen te bekijken.