Union Pacific Railroad
De Union Pacific Railroad (reporting mark UP) is een spoorwegmaatschappij in het westen en midden van de Verenigde Staten. Het is een zogenaamde Class I railroad en is een van de grootste goederenvervoerders per spoor in Noord-Amerika.
Union Pacific Railroad | ||||
---|---|---|---|---|
Spoornet van de Union Pacific
| ||||
Algemene informatie | ||||
Land | Verenigde Staten | |||
Actief | Omaha (Nebraska), 1862-heden | |||
Website | www.up.com | |||
Bedrijfsstructuur | ||||
Moederbedrijf | Union Pacific Corporation | |||
Beheer | ||||
Vloot | 8400 locomotieven | |||
Trajectlengte | 43.000 km | |||
|
Pacific Railroad Act
De Union Pacific Railroad is opgericht dankzij de Pacific Railroad Act van 1862. Hierin gaf de federale overheid de opdracht aan de reeds bestaande Central Pacific Railroad (CP) en de nieuw op te richten Union Pacific Railroad om een Transcontinental Railroad aan te leggen. De CP startte in 1863 met de aanleg vanuit Californië, maar de UP had financiële problemen en kon pas in 1865 de eerste rails leggen vanuit Omaha. In 1869 kwamen beide spoorlijnen elkaar tegen in Promontory Summit (Utah), waar de laatste spoorspijker, de Golden Spike, werd geslagen.
Faillissementen
De UP kwam in de jaren 70 in de problemen. Diverse UP-officials waren betrokken bij het Credit Mobilier-schandaal van 1872. Een jaar later brak er een economische recessie aan. De Union Pacific Railroad ging failliet, maar Jay Gould zorgde in 1880 voor een doorstart als Union Pacific Railway. Onder zijn bewind werden diverse andere spoorwegmaatschappijen overgenomen. Uiteindelijk ging het bedrijf door te snelle goei, overproductie en te veel gespeculeer in 1893 weer failliet. Een groep investeerders, waaronder E.H. Harriman, nam het bedrijf in 1897 over en gaf het weer de naam Union Pacific Railroad. Onder zijn leiding werd het bedrijf sterk verbeterd.
De eerste helft van de 20e eeuw
Een poging om de Southern Pacific over te nemen mislukte toen in 1913 het Hooggerechtshof de UP het bevel gaf zijn controle over de Southern Pacific op te geven door de verkoop van aandelen.
In de Eerste Wereldoorlog leverde de Union Pacific zijn bijdrage in het vervoeren van troepen, materieel en grondstoffen. In 1917 kwam de UP, net als alle andere spoorwegbedrijven, onder bestuur van de United States Railroad Administration: de VS raakte immers steeds meer betrokken bij de oorlog en op deze manier kon de overheid meer invloed uitoefenen op het binnenlandse vervoer. Na de oorlog kwamen de bedrijven weer in handen van de private sector, maar de overheid kreeg steeds meer macht over de spoorwegen door verdere regulering.
Ook in de Tweede Wereldoorlog leverde de UP een belangrijk aandeel in het vervoer van oorlogsmaterieel en manschappen.
Regulering en concurrentie
In 1887 werd de Interstate Commerce Commission (ICC) opgericht. Dit overheidsorgaan kreeg de bevoegdheid om spoorwegtarieven te bepalen. In 1920 kreeg de ICC nog meer macht om de spoorwegen te controleren. Voor spoorwegbedrijven betekende dit een aantasting in hun vrijheid en het maakte het voor hen lastig om te concurreren met andere vervoerssoorten. Vooral met de opkomst van de auto en de vrachtwagen, in combinatie met de door de overheid aangelegde Highways, kwam het spoorvervoer onder grote druk te staan. Deze overheidsmacht bleef bestaan tot 1980 toen de Staggers Act een einde maakte aan de regulering: spoorwegen konden vanaf dat moment zelf tarieven bepalen en ze konden eenvoudiger afkomen van verliesgevende spoorlijnen.
Nieuw materieel
In 1934 introduceerde de UP ten behoeve van het luxe reizigersvervoer de M-10000, de eerste streamliner van de Verenigde Staten. In 1941 werd de grootste stoomlocomotief ooit, de Big Boy (een product van de American Locomotive Company), in dienst genomen. In datzelfde jaar werd ook de eerste diesellocomotief ingezet.
Na de Tweede Wereldoorlog
Ook bij de UP nam het reizigersvervoer af na de oorlog. In 1971 werden de lange-afstandstreinen overgenomen door Amtrak. Alleen rondom Chicago verzorgt de UP nog forensenvervoer in opdracht van Metra.
De UP is in de naoorlogse periode vooral gegroeid door de overname van diverse grote spoorwegbedrijven. De Western Pacific Railroad en de Missouri Pacific Railroad werden in 1982 overgenomen. In 1988 volgt de Missouri-Kansas-Texas Railroad. Een poging om de Atchison, Topeka and Santa Fe Railway over te nemen mislukte: dit bedrijf ging in 1995 met de Burlington Northern Railroad fuseren. De UP kreeg echter in datzelfde jaar wel de Chicago & North Western (C&NW) in handen.
In 1988 was de Southern Pacific (SP) overgenomen door de Denver and Rio Grande Western. Het nieuwe bedrijf ging verder onder de naam Southern Pacific. De UP kreeg in 1996 de SP in handen.
De overnames van C&NW en de SP zorgden overigens voor grote logistieke problemen bij de UP.
Vervoer
De UP heeft ongeveer 8400 locomotieven. Het goederenvervoer is divers: chemicaliën, steenkool, voedingswaren, graan, containers en auto’s. Een belangrijke bron van inkomsten is het Powder River Basin (Wyoming), een regio waar veel steenkool wordt gewonnen en UP en BNSF Railway een belangrijke spoorlijn delen.
Rondom Chicago verzorgt de UP forensenvervoer in opdracht van Metra.