2.12.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 319/117


BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 16 november 2011

tot vaststelling van gedetailleerde regels en procedures voor de tenuitvoerlegging van de geschiktheidscriteria voor centrale effectenbewaarinstellingen voor toegang tot TARGET2-Securities-diensten

(ECB/2011/20)

(2011/789/EU)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, inzonderheid artikel 3.1, artikel 12.1, en de artikelen 17, 18 en 22,

Gezien Richtlijn 98/26/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen (1), inzonderheid artikel 10,

Gezien Richtsnoer ECB/2010/2 van 21 april 2010 betreffende TARGET2-Securities (2), inzonderheid artikel 4, lid 2, onder d) en artikel 15,

Gezien Besluit ECB/2009/6 van 19 maart 2009 houdende de instelling van de TARGET2-Securities-Programmaraad (3)

Overwegende:

(1)

Artikel 15 van Richtsnoer ECB/2010/2 legt de geschiktheidscriteria vast voor een centrale effectenbewaarinstelling („CSD”) voor toegang tot TARGET2-Securities-diensten (T2S).

(2)

Vaststelling is vereist van de aanvraagprocedure voor de toegang van een CSD tot T2S-diensten, alsook van de procedure voor verzoeken door een CSD om een vrijstelling van CSD-toegangscriterium 5,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Definities

In dit besluit wordt bedoeld met:

1.   „beoordelingsverslag”: schriftelijke documentatie die het volgende bevat: a) een verslag dat is opgesteld door de desbetreffende bevoegde autoriteiten die beoordelen of een CSD voldoet aan CSD-toegangscriterium 2; en b) een beoordeling door de CSD zelf of hij aan de CSD-toegangscriteria 1, 3, 4 en 5 voldoet;

2.   „centrale bank (CB)”: de Europese Centrale Bank en de nationale centrale banken (NCB’s) van de lidstaten die de euro als munt hebben, de NCB’s van de lidstaten die de euro niet als munt hebben, (hierna: „NCB’s van buiten het eurogebied”), een centrale bank of desbetreffende bevoegde autoriteit binnen de Europese Economische Ruimte (EER) (hierna: „EER-centrale bank”) en een centrale bank of relevante bevoegde autoriteit van een land van buiten de EER (hierna: „andere centrale bank”), indien de munteenheid van een dergelijke NCB van buiten het eurogebied, EER-centrale bank of andere centrale bank wordt geacht in aanmerking te komen overeenkomstig artikel 18 van Richtsnoer ECB/2010/2;

3.   „CSD-toegangscriterium 1”: het criterium zoals bepaald in artikel 15, lid 1, onder a), van Richtsnoer ECB/2010/2, d.w.z. CSD’s komen in aanmerking voor toegang tot T2S-diensten indien zij zijn aangemeld bij de Europese Autoriteit voor effecten en markten op grond van artikel 10 van Richtlijn 98/26/EG, of in het geval van een CSD van een niet EER-land, zij opereren in een wettelijk en regelgevend kader dat gelijkwaardig is aan het in de Unie vigerende kader;

4.   „CSD-toegangscriterium 2”: het criterium zoals bepaald in artikel 15, lid 1, onder b), van Richtsnoer ECB/2010/2, d.w.z. dat CSD’s in aanmerking komen voor toegang tot T2S-diensten indien zij door de bevoegde autoriteiten positief zijn beoordeeld in het licht van de aanbevelingen voor effectenafwikkelingingssystemen van het Europees Stelsel van centrale banken/Comité van Europese Effectenregelgevers (hierna: „CEER/ESCB-aanbevelingen”) (4)

5.   „CSD-toegangscriterium 3”: het criterium zoals bepaald in artikel 15, lid 1, onder c), van Richtsnoer ECB/2010/2, d.w.z. CSD’s komen in aanmerking voor toegang tot T2S-diensten indien zij elk effect/internationaal identificatienummer voor waardepapieren waarvoor ze emittent-CSD of technische emittent-CSD zijn, op verzoek beschikbaar stellen aan andere CSD’s in T2S;

6.   „CSD-toegangscriterium 4”: het criterium zoals bepaald in artikel 15, lid 1, onder d), van Richtsnoer ECB/2010/2, d.w.z. CSD’s komen in aanmerking voor toegang tot T2S-diensten indien zij zich ertoe verbinden niet-discriminerend basisbewaardiensten aan te bieden aan andere CSD’s in T2S;

7.   „CSD-toegangscriterium 5”: het criterium zoals bepaald in artikel 15, lid 1, onder e), van Richtsnoer ECB/2010/2, d.w.z. CSD’s komen in aanmerking voor toegang tot T2S-diensten indien zij zich jegens andere CSD’s in T2S ertoe verbinden hun afwikkeling in centralebankgeld in T2S uit te voeren indien de valuta in T2S beschikbaar is;

8.   „betreffende bevoegde autoriteiten”: de CB’s en de regelgevers met oversight- en/of toezichtsbevoegdheid ten aanzien van een specifieke CSD en die beoordelen of CSD’s voldoen aan toepasselijke erkende standaarden.

9.   „rechtstreeks aangesloten partij”: een T2S-partij met een technische voorziening waarmee deze toegang heeft tot T2S en T2S-effectenafwikkelingsdiensten kan gebruiken zonder dat een CSD als technische interface moet optreden;

10.   „T2S-partij”: een juridische entiteit, of in sommige markten, een natuurlijk persoon, die een contractuele relatie heeft met een CSD in T2S voor de verwerking van de afwikkelingsgerelateerde activiteiten in T2S en niet per se een effectenrekening bij de CSD aanhoudt;

11.   „T2S-Programmaraad”: het beheerslichaam van het Eurosysteem dat werd opgericht krachtens Besluit ECB/2009/6, zoals omschreven in artikel 2 van Richtsnoer ECB/2010/2, of diens opvolger;

12.   „T2S-adviesgroep (AG)”: het forum zoals omschreven in artikel 7 van Richtsnoer ECB/2010/2;

13.   „valutadeelnameovereenkomst”: een door het Eurosysteem en een nationale centrale bank van buiten het eurogebied af te sluiten overeenkomst of een voor een andere munteenheid dan de euro verantwoordelijke autoriteit, ter afwikkeling van effectentransacties in centralebankgeld in andere munteenheden dan de euro.

Artikel 2

Onderwerp en werkingssfeer

1.   De in artikel 15 van Richtsnoer ECB/2010/2 vastgelegde vijf criteria die bepalen of CSD’s in aanmerking komen voor toegang tot bepaalde T2S-diensten (hierna: de „vijf CSD-toegangscriteria”) worden ten uitvoer gelegd overeenkomstig de procedures die zijn vastgelegd in de artikelen 3 tot en met 5 van dit besluit en de regels in de bijlage.

2.   Dit besluit geldt niet voor rechtstreeks aangesloten partijen die een rechtsverhouding met de CSD’s hebben.

Artikel 3

Aanvraagprocedure

1.   Een aanvraag om T2S-diensten noopt een CSD tot indiening van: a) een aanvraag bij de Raad van bestuur; en b) op het tijdstip van de migratie naar T2S, een beoordelingsverslag.

2.   Het beoordelingsverslag onderbouwt dat de CSD op het tijdstip van de migratie naar T2S voldoet aan de vijf CSD-toegangscriteria en vermeldt uitgesplitst naar de volgende categorieën de mate van uitvoering van elk CSD-toegangscriterium: voldoet, voldoet deels en niet van toepassing, en beschrijft de redenen, de uitleg en het relevante bewijs van de CSD’s.

3.   Inzake een aanvraag van een CSD tot toegang tot T2S-diensten, dient de T2S-Programmaraad op basis van bovenvermelde documentatie een voorstel in bij de Raad van bestuur. Ter fine van een voorstel kan de T2S-Programmaraad verduidelijkingen vragen van of vragen stellen aan de aanvragende CSD.

4.   Na indiening van het voorstel door de T2S-Programmaraad, neemt de Raad van bestuur een besluit inzake de aanvraag van een CSD en deelt dit besluit schriftelijk aan deze CSD mee, uiterlijk twee maanden na: a) de ontvangstdatum van de aanvraag; of b) de ontvangstdatum van het antwoord op krachtens lid 3 door de T2S-Programmaraad ingediende verduidelijkingsverzoeken of vragen. De Raad van bestuur onderbouwt door hem afgewezen aanvragen.

Artikel 4

Vrijstellingsprocedure inzake CSD-toegangscriterium 5

1.   Een CSD kan gezien zijn operationele of technische situatie een vrijstellingsverzoek inzake CSD-toegangscriterium 5 indienen.

2.   Ter beoordeling van een vrijstellingsverzoek dient de CSD een verzoek in bij de T2S-Programmaraad en toont het volgende aan:

a)

de vrijstelling betreft een zeer beperkt afwikkelingsvolume, gerelateerd aan de totale gemiddelde dagelijkse door de CSD gedurende een maand ontvangen levering-tegen-betalingsinstructies en de T2S-transactieafwikkelingskosten zouden voor de CSD buitensporig zijn;

b)

de CSD waarborgt technisch en operationeel dat de vrijstelling onder de in punt a) vermelde drempels blijft;

c)

de CSD heeft alles gedaan om aan CSD-toegangscriterium 5 te voldoen.

3.   Na ontvangst van een dergelijk vrijstellingsverzoek:

a)

dient de T2S-Programmaraad het CSD-verzoek en zijn ontwerpbeoordeling in bij de T2S-adviesgroep;

b)

inzake het verzoek adviseert de T2S-adviesgroep ter overweging door de T2S-Programmaraad deze onverwijld en tijdig;

c)

na ontvangst van het T2S-adviesgroepadvies, bereidt de T2S-Programmaraad een eindbeoordeling voor die hij met alle documenten indient bij de Raad van bestuur.

d)

De Raad van bestuur neemt een onderbouwd besluit inzake het vrijstellingsverzoek;

e)

de T2S-Programmaraad informeert de CSD en de T2S-adviesgroep schriftelijk over het onderbouwde besluit van de Raad van bestuur.

4.   Een door een centrale bank aangemerkte CSD die een valutadeelnameovereenkomst heeft ondertekend en heeft geopteerd voor de afwikkeling van zijn monetairebeleidstransacties in centralebankgeld buiten T2S, dient een vrijstellingsverzoek in opdat hij dergelijke monetaire beleidstransacties in centralebankgeld buiten T2S kan afwikkelen. In een dergelijk geval wordt een vrijstelling toegekend mits: a) het Eurosysteem alle relevante informatie betreffende de technische werking van een dergelijke afwikkeling heeft ontvangen; en b) een dergelijke afwikkeling geen wijziging van de T2S-functionaliteit vereist noch de T2S-functionaliteit daardoor negatief wordt beïnvloed. Op verzoek adviseert de aanmerkende centrale bank inzake een dergelijk vrijstellingsverzoek.

5.   Een vrijgestelde CSD rapporteert maandelijks aan de T2S-Programmaraad aantonende dat aan de vrijstellingsvoorwaarden wordt voldaan, waaronder de in lid 2, onder a), overeengekomen drempel. Een krachtens lid 4 vrijgestelde CSD rapporteert maandelijks inzake de situatie aan de T2S-Programmaraad.

6.   Indien een vrijgestelde CSD zes maanden de overeengekomen drempel van lid 2, onder a), consistent overschrijdt, trekt de Raad van bestuur wegens niet-naleving van CSD-toegangscriterium 5 de vrijstelling in, hetgeen de T2S-Programmaraad aldus aan de CSD notificeert.

7.   Na intrekking van een vrijstelling kan een CSD een nieuw vrijstellingsverzoek overeenkomstig de in dit artikel vermelde procedure indienen.

8.   Een crisissituatie, die de financiële stabiliteit van een land of de taak van de betrokken centrale bank tot waarborging van de integriteit van haar munt zou kunnen beïnvloeden en die de CB van het betrokken land ertoe genoopt heeft als deel van haar crisisbeheersplan over te gaan tot noodafwikkelingen, vergt dat een door deze CB aangemerkte CSD bij de T2S-Programmaraad een verzoek voor een tijdelijke vrijstelling van CSD-toegangscriterium 5 indient, en mag deze CSD tijdelijk afwikkelingen op een andere wijze uitvoeren. De Raad van bestuur onderbouwt zijn besluit over een dergelijk verzoek, rekening houdend met het standpunt van de betrokken centrale bank over de situatie die de tijdelijke vrijstelling van het CSD-toegangscriterium 5 rechtvaardigt. De betrokken centrale bank rapporteert haar situatie-evaluatie aan de T2S-Programmaraad minstens maandelijks.

Artikel 5

Voortdurende naleving van de vijf CSD-toegangscriteria

1.   Een CSD met toegang tot T2S-diensten leeft na zijn migratie naar T2S de vijf CSD-toegangscriteria voortdurend na en:

a)

garandeert in het bijzonder via een betrouwbare, jaarlijks doorgevoerde met relevante documentatie gestaafde zelfbeoordeling dat hij nog steeds voldoet aan de CSD-toegangscriteria 1, 3, 4 en 5. Bij de zelfbeoordeling wordt de meest recente beoordeling door de betrokken bevoegde autoriteiten inzake de naleving door de CSD van criterium 2 gevoegd;

b)

verstrekt de T2S-Programmaraad onmiddellijk de meest recente periodieke of ad-hocbeoordeling door de betrokken bevoegde autoriteiten inzake de naleving van CSD-toegangscriterium 2;

c)

vraagt bij materiële wijzigingen aan het CSD-systeem een nieuwe beoordeling door de betrokken bevoegde autoriteiten van de naleving van CSD-toegangscriterium 2;

d)

stelt de T2S-Programmaraad in kennis van een beoordeling door een betrokken bevoegde autoriteit of een zelfbeoordeling die niet-naleving van één van de vijf toegangscriteria heeft vastgesteld,

e)

verstrekt na een verzoek van de T2S-Programmaraad een beoordelingsverslag dat aantoont dat de CSD de vijf CSD-toegangscriteria nog steeds naleeft.

2.   Behoudens CSD-toegangscriterium 2, kan de T2S-Programmaraad zijn eigen evaluaties uitvoeren en toezien op de naleving van de vijf CSD-toegangscriteria, dan wel informatie van een CSD vragen. Indien de T2S-Programmaraad beslist dat een CSD niet voldoet aan één van de vijf CSD-toegangscriteria, start hij de in de overeenkomsten met de CSD’s krachtens artikel 16 van Richtsnoer ECB/2010/2 vastgelegde procedure.

Artikel 6

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Frankfurt am Main, 16 november 2011.

De president van de ECB

Mario DRAGHI


(1)  PB L 166 van 11.6.1998, blz. 45.

(2)  PB L 118 van 12.5.2010, blz. 65.

(3)  PB L 102 van 22.4.2009, blz. 12.

(4)  Beschikbaar op de website van de Europese Autoriteit voor effecten en markten onder www.esma.europa.eu.


BIJLAGE

GEDETAILLEERDE TENUITVOERLEGGINGSREGELS VOOR DE VIJF TOEGANGSCRITERIA VOOR CENTRALE EFFECTENBEWAARINSTELLINGEN

Voor de toepassing van deze bijlage wordt verstaan onder:

—   „basisbewaardiensten”: het aanhouden en beheren van effecten en andere financiële instrumenten, die eigendom zijn van een derde, door een met dergelijke taken belaste entiteit. Dergelijke diensten omvatten de effectenbewaring, de uitkering van rente en dividenden op de effecten in bewaring en het verwerken van beheersdaden inzake dergelijke effecten;

—   „investerende CSD”: in de context van centrale effectenbewaarinstelling (CSD)-links, een CSD die een rekening opent bij een andere CSD (de emittent-CSD) met het oog op de CSD-overschrijdende afwikkeling van effectentransacties;

—   „emittent-CSD”: de CSD waar de effecten namens de emittent zijn uitgegeven en gedistribueerd. De emittent-CSD is verantwoordelijk voor het verwerken van beheersdaden in naam van de emittent. De emittent-CSD houdt in zijn boeken rekeningen aan in naam van de investerende CSD’s voor de overdracht van effecten aan de investerende CSD’s;

—   „technische emittent-CSD”: een investerende CSD die effecten aanhoudt bij een emittent-CSD die niet aan T2S deelneemt en wordt beschouwd als een emittent-CSD voor de werking van T2S in verband met dergelijke effecten;

—   „participaties in beleggingsfondsen”: delen van de eigendom van de nettoactiva van een beleggingsfonds die beleggers ontvangen in ruil voor hun kapitaalinbreng.

I.   Tenuitvoerleggingsdetails voor CSD-toegangscriterium 1

Voor een positieve beoordeling op basis van dit criterium:

a)

wat betreft een in een land van de Europese Economische Ruimte (EER) gevestigde CSD, moet de CSD worden opgenomen in de overeenkomstig artikel 10 van Richtlijn 98/26/EG aangehouden lijst van aangemerkte systemen, en

b)

voor een in een niet-EER land gevestigde CSD, is indiening verplicht van een juridisch advies van een door de T2S-Programmaraad goedgekeurde firma, welk advies regelmatig wordt aangepast vanwege materiële wijzigingen die invloed zouden kunnen hebben op het juridische advies of wanneer de T2S-Programmaraad dit verzoekt, en waarin wordt bevestigd dat de CSD opereert in een wettelijk en regelgevend kader dat gelijkwaardig is aan het in de Unie geldende kader.

II.   Tenuitvoerleggingsdetails voor CSD-toegangscriterium 2

Indien een CSD alle ESCB-/CEER-aanbevelingen niet volledig naleeft, zal de betrokken CSD de T2S-Programmaraad op de hoogte brengen van de relevante details en uitleg en bewijsmateriaal verschaffen betreffende de ESCB/CEER-aanbevelingen waaraan niet is voldaan. De CSD zal de T2S-Programmaraad eveneens de conclusies van het beoordelingsverslag van de betrokken bevoegde autoriteiten verstrekken. Verwerking van de beoordelingsconclusies geschiedt overeenkomstig de relevante aanvraagprocedures voor toegang tot T2S-diensten en voortdurende naleving van de vijf CSD-toegangscriteria. Indien een CSD met toegang tot T2S-diensten niet langer voldoet aan één van de vijf CSD-toegangscriteria, zal de T2S-Programmaraad de in de overeenkomsten met de CSD’s vastgelegde procedure starten.

Een CSD voldoet aan dit CSD-toegangscriterium indien:

a)

de betrokken bevoegde autoriteiten een in een EER-land gevestigde CSD krachtens de ESCB/CEER-aanbevelingen positief hebben beoordeeld, en

b)

de betrokken bevoegde autoriteiten een buiten de EER gevestigde CSD krachtens de ESCB/CEER-aanbevelingen of equivalente standaards, zoals eigendomsnormen van een betrokken bevoegde autoriteit of de CPSS/IOSCO-aanbevelingen (1), positief hebben beoordeeld. In het laatste geval moet de T2S-Programmaraad of de Raad van bestuur bewezen worden dat de CSD op basis van normen van een gelijk niveau en van gelijke aard is beoordeeld.

Indien de beoordeling van de betrokken bevoegde autoriteiten vertrouwelijke informatie bevat, moet de CSD een algemene samenvatting of de beoordelingsconclusie verstrekken om de mate van naleving aan te tonen.

III.   Tenuitvoerleggingsdetails voor CSD-toegangscriterium 3

Een CSD met toegang tot T2S-diensten moet niet voor alle door hem uitgegeven effect/ISIN-codes of waarvoor hij als de technische emittent-CSD optreedt al zijn rekeningen en tegoeden in T2S aanhouden. Hij moet echter onverwijld zonder extra kosten een effect/ISIN-code beschikbaar stellen, zulks met een overeenkomst zonder onredelijke voorwaarden voor verzoeken van gebruikers van de in T2S investerende CSD. Sommige participaties in beleggingsfondsen zijn wellicht niet automatisch beschikbaar voor de bij de emittent-CSD een rekening openende investerende CSD, zulks wegens voor de emittenten van de beleggingsfondsparticipaties geldende wettelijke beperkingen van grensoverschrijdende distributies.

Een emittent-CSD moet het nationale regelgevend kader naleven, maar mag uit de toepassing van dit kader voortvloeiende kosten niet aan andere CSD’s in T2S doorberekenen. Dit vereiste verzekert dat de kosten voor de naleving van het nationale regelgevend kader nationaal blijven en dat tussen CSD’s in T2S wederkerigheid bestaat. Bovendien bevordert dit vereiste zoveel mogelijk een geharmoniseerd T2S-afwikkelingsproces.

Een emittent-CSD moet het nationale regelgevend kader naleven, maar hij moet een om toegang verzoekende investerende CSD ondersteunen en mag geen extra afwikkelingskosten berekenen. Door de naleving van het nationale regelgevend kader veroorzaakt uitstel moet voor alle partijen gelijkelijk gelden.

De investerende CSD mag een nog niet in T2S beschikbare effect/ISIN-code aanvragen bij de emittent-CSD of de technische emittent-CSD. Na ontvangst van een dergelijk verzoek, voert de emittent-CSD of de technische emittent-CSD alle effectreferentiegegevens in T2S in en maakt deze toegankelijk binnen het tijdskader dat is omschreven in het Handboek van Operationele Procedures dat door het Eurosysteem aan de CSD’s en de CB’s wordt verstrekt.

Indien de investerende CSD de vereiste contractsvoorwaarden heeft ondertekend, opent de emittent-CSD onverwijld minstens één effectenrekening voor een specifieke effect/ISIN-code voor de investerende CSD. Een emittent-CSD die weigert een effectenrekening te openen en de investerende CSD toegang te verschaffen tot de effecten van emittent-CSD, schendt CSD-toegangscriterium 3.

De investerende CSD rapporteert elke niet-naleving van CSD-toegangscriterium 3 door een emittent-CSD aan de T2S-Programmaraad. Afhankelijk van de aard en de frequentie van niet-naleving, zal de T2S-Programmaraad bepalen of niet-naleving door de emittent-CSD consistent is, in welk geval de in de overeenkomsten met de CSD’s krachtens artikel 16 van Richtsnoer ECB/2010/2 vastgelegde procedure van toepassing is.

IV.   Tenuitvoerleggingsdetails voor CSD-toegangscriterium 4

Dit CSD-toegangscriterium voldoet aan de Access and Interoperability Guideline (2) die bepaalt dat de investerende CSD’s toegang hebben tot emittent-CSD-diensten op basis van dezelfde voor elke andere standaarddeelnemer van de emittent-CSD geldende voorwaarden.

Opdat een investerende CSD afwikkelingsdiensten kan verstrekken voor door een emittent-CSD uitgegeven effecten, moet de investerende CSD zijn deelnemers eveneens met deze effecten verband houdende basisbewaardiensten verstrekken. T2S biedt kerndiensten aan inzake chartale en effectenafwikkeling in centralebankgeld, terwijl de basisbewaardiensten buiten T2S worden verstrekt.

De emittent-CSD moet de T2S Corporate Actions Subgroup Standards (3) en alle relevante T2S-standaarden of marktpraktijken naleven.

De investerende CSD moet als alle andere CSD-cliënten worden behandeld. Een emittent-CSD mag aan investerende CSD’s voor de toegang tot basisbewaardiensten geen technische belemmeringen opleggen of preferentiële voorwaarden aanbieden.

V.   Tenuitvoerleggingsdetails voor CSD-toegangscriterium 5

Bij de tenuitvoerlegging van CSD-toegangscriterium 5 moeten gelijke omstandigheden worden gehandhaafd tussen markten die de effecten rechtstreeks aanhouden en markten die effecten middellijk aanhouden. Een CSD van een markt die effecten rechtstreeks aanhoudt, mag in beginsel naar T2S migreren, ofwel door al zijn effectenrekeningen in T2S te integreren, ofwel door gebruikmaking van het gelaagde model met rekeningen van technische deelnemers in T2S en de rekeningen van de eindbelegger die op het lokale CSD platform blijven. Aan CSD-toegangscriterium 5 is volledig voldaan wanneer een markt die effecten rechtstreeks aanhoudt ervoor kiest om al zijn effectenrekeningen volledig in T2S te integreren en aan te houden. Indien een markt die effecten rechtstreeks aanhoudt, ervoor kiest om met het gelaagde model naar T2S te migreren, moet de beoordeling van de T2S-Programmaraad van verbandhoudende procedures binnen en buiten T2S, rekening houdend met de kern van CSD-toegangscriterium 5, vermelden of de markt een vrijstelling van CSD-toegangscriterium 5 dient aan te vragen.


(1)  Committee on Payment and Settlement Systems (CPSS)/Technical Committee of the International Organization of Securities Commissions (IOSCO) Recommendations for securities settlement systems, beschikbaar op de website van de Bank for International Settlements onder www.bis.org.

(2)  De Access and Interoperability Guideline van 28 juni 2007 inzake de beginselen en voorwaarden voor toegang en interoperabiliteit tussen systemen overeenkomstig de Gedragscode, beschikbaar op de website van de Europese Commissie onder http://ec.europa.eu.

(3)  Beschikbaar op de website van de ECB onder www.ecb.europa.eu.